V O O R R E D ^
trouwen Leidsman, en baant den W e g , dieft
als onveranderlyk afbakenende uit de weezent-
lyke onderfcheidingen der Natuur, in deeze gelukkige
Eeuw door dien grooten Geest ontmanteld
(*;.
In de Inleiding tot de Kruidkunde , Waar mede
ik dit E e r s t e S t u k van de Befchryving
der Planten begonnen heb , kan men den Inhoud
der voornaamlte Stelzelen ( Systemata) en de
voortreffelykheid van dat van onzen Ridder, niet
alleen door Vergelyking, maar ook door Gezeg-
dens van groote Kruidkundigen , en het daa-
delyk Gebruik dat ’er fommigen van gemaakt
hebben, kragtdaadig geftaafd vinden. Ik behoef
niet te fpreeken van de Grondflagen van
dit Stelzel, de Mannelyke en Vrouwelyke_ Sexen,
derzelver vereeniging in fommigen, afzondering
in anderen , en onderlinge Werking in allen tot
de Vrugmaaking; als zaaken zynde , zo duide-
lyk betoogd , dat men willens blind moet zyn,
om het niet te erkennen. Myne Inleiding geeft
daar van een beknopt doeh genoegzaam denkbeeld.
Men
(*) Hic ille est, cui\Regna volens Natura reclufiti
Quamque ulli dederat > phira videnda dedit.
Sub effigie Clar. Linnali poluit O. Aurivilliüs*
V an d e n A U T H E U R . ui
Men zou derhalve hebben mogen denken, dat
ik dit Stelzel volkomen gevolgd zou zyn in de befchryving
van het Ryk der Planten. Zulks was
myn Oogmerk ook; wanneer ik, nader acht gee*
vende op de Korte Schets der Kruidkunde , welke
de Heer L i n n ^ us in ’t begin van het
Tweede Deel van ’t S amen s t e l der N at
u u r , volgens de laatfte of Twaalfde Uitgav
e , voorftelt , dezelve zo niet Natuurlyk, ten
minde naby aan eene N a t ü u r l y k e M ethode
komende, vondt, en derhalve, om redenen
op het einde van de Inleiding gemeld ,
die Schets , met eenige verandering, befloot te
volgell.
Dus ziet men de P alm. boom en thans hief
den eerden Rang , welke hun toebehoort, be-
kleeden , en , wanneer men op hunne overeen-
kbmlligheid. acht geeft, zal men vollkekt hunne
afzondering in ééne Klasfe moeten billyken. Welk
een verfchil, met de andere Boomen, heelt niet
in het maakzel van hunnen Stam plaats, die by-
na geheel uit Merg bellaat, dat Meel en Brood
uitlevert, tot voeding van millioenen van Men-
fchen ? Hoe voortreffelyk praaien zy niet byna
allen met een eetbaare Struik , de Kool of Pal-
miet genaamd , aan den Top , die een lekker
Moes verfchaft ? Welk een verkwikking geeft
5 bies