Inlei- welken de Dieren in Klasfen verdeeld worden,
behoort dit' ook plaats te hebben met de Planten.
O f lieve r , om eigentlyk te fpreeken ,
men heeft de Verdeelingen der' Dierenkunde
van de Kruidkundigen ontleend. Het zou derhalve
fchande z yn , dat de Kruidkunde in deezen
niet op een dergelyken vasten voet gébragt wer-
de, en hier aan hebben de Kruidkundigen van
laater Dagen gearbeid.
Een dergelyk gebrek, echter, als in het eene a
heeft plaats in het andere van deeze Ryken der
Natuur. De Natuurlyke Orde, naamelyk, zou
alle Waterdieren van de Landdieren , alle Vliegende
van de Loopende en deeze wederom van
de Kruipende afzonderen; maar wy hebben gezien
, hoe deeze Orde niet te volgen is. Dus
vindt men in de Plantgewasfen ook zeer blyk-
baare overeenkomftigheden, die als Kentekenen
van een welfde Familie kunnen aangemerkt worden
, by voorbeeld van Koorn - en Gras - Planten,
van Planten met Bolagtige Wortelen j van
Kroontjes-Bloemen, e n z .: doch in een menigte
en ver de meefte Planten , was het onder-
fcheid van ieder Plant te groot om ze doorblyk-
baare Kenmerken van dien aart tot een redelyk
getal van Familiën o f Rangen te betrekken.
ï>e Geftal- De hoedanigheid van de Vrugten, Vrugthuis-
tc dec jes en Zaaden z e lf s , was in deezen niet vol-
in aamner- doende, en daarom v ie l, in ’t laatfte der voor-
g f 8eno-gaande E euw , het denkbeeld van fommige
Kruidkundigen op de Geftalte der Bloemen.
• ................... R h
R i v i n ü s gaf daaromtrent, in ’t jaar 1690 en Inle i-
vervolgens, een Werk u it, waar in hy de Plan-DING* 1
ten, naar dat de Bloemen enkeld offamenge-
Reld, regelmaatig o f onregelmaatig z y n , volgens
het getal der Bloemblaadjes in agttien Clas-
fen onderfcheidt. Hy is door verfcheide Duit-
fchers, een reeks van Jaaren, ja wordt nog heden
door fommigen gevolgd , niettegenftaande
zyne Methode veel te kort fchiet by die van
den vermaarden T o u r n e f o r t , door wien
inzonderheid de Gejlalte der Bloemen in aanmerking
genomen werdt. Deeze, Methode, reeds
vroeger aan ’t licht gekomen dan die van R 1-
v i n u s , is naderhand in ’t algemeen aangenomen
door de Franfchen en Italiaanen, hoewel
fommigén die, doch met weinig vrugt, getragt
hebben te verbeteren : want z y namen meestal
het Natuurlyke w e g , dat zig daar in bevondt.
Ook was zyn Oogmerk niet , naar ’t gene hy
zelf betuigt, eene Algemeene Methode, die in
alle opzigten voldoende was , ’t welk hy on-
mooglyk aanmerkte, op te geeven; maar zodanig
eene , als dienen kon om met gemak de
Planten te leeren kennen , en ook te kunnen
opzoeken niet alleen, maar zelfs onbekende in
haare Geflagten te kunnen plaatzen. Hy hieldt
z ig , ten dien einde, aan blykbaare Kenmerken,
en volgde, zo veel doenlyk was, de onderfchei-
ding, door de Natuur gemaakt.
Dus werden , door dien fchranderen Heer, Methode
in de eerfte plaats .de Kruiden van de H e e l t e r s l™,R'
L 4 en