niet de Palmwyn,' die zig uit de meeftên tappen
laat, aan de aamechtige bewooners van de verzengde
Lugcflieek ? Deeze drie dingen , byna
alle Palmboomeir of Palmieten gemeen , en nog
verfcheide anderen, heeft dit Geboomte byzon-
der, en verdiende derhalve afgefeheiden te worden
van alle andere Boomen. Om nu niet liaan
te blyven op het zonderlinge maakzel van den
uitwendigen Stam en van het Loof, nóch op de
eigenfehap der Vrugten.
Onze Leermeefter moet dit Geboomte ook te
byzondei' aangemerkt hebben, tjm. onder de andere
Plantgewasfen te plaatzen. Want, aangezien
zyn Ed. in het Stelzel der Sexen twee Klasfen
heeft, waar van de eene den naam van Eenhui-
zige (Mcmoikia) , de andere dien van Tweehuizi-
ge (Dioikia) voert, en de Palmboomen reeds door
zyn Ed ., gelyk men op onze bladz 256, ziet,
in Eenhuizige en Tweehuizige onderfcheiden zyn;
zo begryp ik de reden niet, waarom zyn Ed»
dezelven anders niet tot de XXI en XXIIlle
Klasfe in het Stelzel der Sexen, die alleen deeze
Kenmerken bezitten, betrokken zou hebben, toen
hy de Twaalfde en op nieuws hervormde Uitgave
van zyn Samenftel der Natuur in de W e reld
bragt: te minder, dewyl zyn Ed. vervolgens
den Cycas of A nana s boom, op onze bladz.
*99 >
v a n d e n A L J T H E U R . v
299 , enz. befchreeven, en op de Derde Plaat
afgebeeld, in de Rang der EiUces onder de Cryp~
togamia geplaatst heeft (*).
Dit laatfte deed my grootelyks verwonderd (laan 4
want, fchoon de Bladen naar die pran Boomvaren
gelyken , is doch de Vrugt grootelyks van
dien der Filices verfchillende; ja welk eene der
Planten van dien Rang geeft iets dat men eea
Vrugt kan noemen ? daar deeze Boom Sappige
Vrugten, als Eijerpruimen, uitlevert. Het eenig»
fte, waarom de Ridder dit kan gedaan hebben,
is, om dat zyn Ed. gelyk myn denkbeeld was,
(zie bladz. 302) , ook geoordeeld heeft , dat het
M e e l, waar mede de Ananas van dien Boom
bedekt is , een weezentlyk bevrugtend Stuifmeel
z y , trekkende daar uit zelfs een gevolg , ten
opzigt van de Filices in ’t algemeen : want hy
zegt; „ De Cycas is een Filix en geen Palm-
,, boom; als hebbende het Stuifmeel bloot, zon-
,, der Meelknopje ( Anthera) . Derhalve is het
,, Poeijer aan de agterzyde van het Loof der Va-
„ rens-een bloot Stuifmeel (FollenCf’ en verder
ten opzigt van de deelen der Vrugtmaaking: ,, Het
,, Mannetje van den Cycas heeft geen Scheede
('Spa-
(*) In zyne Mantisfa altera. Gen. pag. 166. <% Sp.
p.' 305.