A fd eel» Zynde meC KalaPPu s ' s yrooP> dus eenige Da.
VI. * gen in de Zon geftaan hebbende , levert een
H oofd- Verw u i t , die het daar in gedoopte Linnen
stuk. zwarl; maakt.
hekTin^de c^e Hortus Malabaricus vindt men vyftien
Genet s- nuttigheden van deezen Boom opgeteld; doch
luwde. veeIen daar yan bunnen g e e n 'proef houden,
o f beftaan in bygeloovige denkbeelden der In-
diaanen. *t Is ontwyfelbaar, dat zyne Melk
en Olie , verfch zynde , zo in- als uitwendig
tot verzagting dienen. D e Portugeefche Art-
fen fchryven de Kalappus - Olie , met Syroop
van Violen gemengd, voor, tegen ’t Hoeften en
een benaauwde Borst, laatende in de Jicht de
pynlyke Ledemaaten warm daar mede fmee-
r e n , enz. Dus is die Olie tegen de'Aambei-
jen ook zeer dienffig. Het Afkookzel der Wor-
telen wordt gebruikt in de Koorts en Roode
Loop. Het jonge Bloeizel , uit zyne Scheede
genomen , en met bruine Lontar - Suiker ge-
kaauwd zynde, dient tot geneezing van de Vuu-
righeid der Waterwegen. Van jonge Kokos-
nooten in de Bolfter, op heete Kolen gebraden
en dan weder te koelen ge zetf kan het Vogt
met veel dienst ingegeven worden 'in Heete
Koortfen ; als waar door hetzelve zyne raauw-
heid verlooren heeft.
inDeus-a' Hiel' k°mt DOg in aanmerJcing de Kalappus-
steen! Steen, in ’t Maleitfch genaamd Mestica Calappa
; een wit Steentje gelyk Alb as t, elfen
en glad gelyk een Keyfteentje, dat, fomtyds
doch
doch zeer zelden in de Kokos - Nooten wordt K
gevonden, en ook wel zo voos is , dat het los
in ’t Water dryft. Het is lömtyds langwer- H oofc-
pig en Romp Kegelvormig als een Duiven-stuk.
H a r t; fomtyds rond, en dan van grootte als
een Erwt o f Linze. Altoos heeft het, aan de
eene zyd e, een foort van Zonnetje, en is dik-
wils aan de andere zyde gefcheurd. Onder
duizend Kalappus • Nooten is ’er zelden é é n ,
waar in men zulk een Steentje vindt, en het
komt* ook naauwlyks voor , dan op twee Eilanden
niet ver van Java, naamelyk Celebes
en Boeton , zegt R u m p h i u s , die meer geloof
fcheen te liaan aan deszelfs bellaanlykheid,
dan aan de Toverkragten , welken ’er van de
Indiaanen aan toegefchreeven worden. Hy
merkt aan dat de Ingezetenen van die Eilanden.,
waarfchynlyk zeer eenvoudig en bygeloo-
v ig , dergelyke Mestica’s wisten voor den dag
te brengen, welken zy gevonden hadden in
veelerley Gedierten en Gewasfen. Dit vermindert
de geloofbaarheid zeer van de zaak.
Ondertusfchen werden de mooiften van deeze
Steentjes in Ringen gezet ep gedragen , om
gelukkig te zyn in hunne onderneemingen.
De Kokosboomen groeijen byna in de ge- woon-
heele omtrek des Aardkloots tusfchen de Keer- aES*
kringen. Behalve de Oostindifche Eilanden en
de Vaste Kust van Indie , komen zy ook in
Afrika v o o r , aan de Kust van G u in é e ,.e n
verder in Zuid-Amerika, op de Eilanden van
X j Wcst