cing! 1' 43’ AsPerif ° lia:- R ü ü w b l a d e r i g ê .
Hier toe behooren veele Planten, die wee-
zentlyk deezen naam verdienen , gelyk de Ber^
nagie 4 Smeerwortel, Hondstong, Muizen - Oor,
Longekhiid en anderen: z o ‘dat dit Oök, door
.den Heer A d a n s ö n , als eené Natuurlyke
Rang wordt aangemerkt.
44* Stellatce. G e s t e r n d e ,
§
D e Planten, wier Bladen o f Bloemen Ster-
ö f Straalswyze op de Steelen flaan, gelyk in het
Kleefkruid, de Krappe, ja zelfs de Kornoelje-
en Koffyboomen, zyn in deeze Rang geplaatst
, die agttien Gefügten begrypt.
45- Cucufbitaceee. K a u w o e k ^ a g t i c e . *
T o t deezen Rang behooren de Komkommers,
Kalabasfen en andere Planten, die een dergely!
ke Vrugt hebben , te weeten de Wilde Wyn-
gaard , Balfemappel i •zelfs de Pasfiebloem
enz* 3
46* Succuleftice. S a p p i g e .
Zulke Gewasfen, wier Bladen dik, Vleèzig
eh Sappig zyn , gelyk de Huisloök o f Donder-
baard , het Porfelein , de Toorts * Planden in
haare menigvuldige Soortert , maakeh deezè
Klasfe uit, in zes- en-twintig Getagten o f be-
haamingen, waar toe echter, behalve het Vlafch ,
ook
r
nok de Geraniums, Saxifragts en anderen, wier Inlei-
Bladen in Sappigheid gantfch niet uitmunten, ik DING*
Weet niet om welke reden betrokken, en ande-
ïen wederom, gelyk de Aloë, uitgelaten zyn*
47. Tricoeca. D r i e b e s s ï g e *
De Euphorbia, waar onder de menigvuldige ,
•zo Europifche als uitheemfche Soorten vin
Wolfsmelk ( Tithymalus) begreepen z y n , benevens
de Ricinus en anderen, wier»Vrugt uit drie
Zaadhuisjes , welke eenigermaate naar Befiën
gelyken , famengefteld is , kunnen wel tot deezen
Rang behooren: maar om wat reden ’er anderen,
gelyk de Mercurialis, Sterculia, Cari-
ca, Hura, in geplaatst z yn , begryp ik niet.
48. Inundatie. W a t e r p l a n t e n *
D e verfcheiderley Planteh , die in ’t Watef
groei]en , zyn in deeze Rang vervat, waar onder
echter , myns oordeels, de Nymphcea ruim
zo wel behooren zo u , als de Potamogeton, Spar-
ganiitm, Typha en dcrgelyken; aangezien onze
Ridder zelf van de ééne Soort meldt, dat zy
onder Water huishoudt (*). Het Wier is te
fegt hier t’hüis gebragt.
49- Saf-
(*) Nymphata lutea major. C. B. Pin. 193; Habitat ad
Éitfopx Littora, fub dulci a<jui, Sp, Plant, Ed, II. p7 72j,-