248 De L o t g e v a l l e n -
Eindelyk heeft ’er ook plaats eene
PoLYGAMlA SEGREGATA Of AFGEZONDERDE
Veelwyvfry.
Wanneer verfcheide Bloemdraagende Kelken
vervat worden van een gemeene Kelk,
om een enkele Bloem uit te maaken.
Ook is by die van deeze Klasfe nog een
Rang gevoegd onder den naam van
Monogynia o f Eenwyvige.
Wier Bloemen in gefteldheid der Teel-
deèlen tot deeze Klasfe behooren, fchoon
het geene Samengeftelde, maar enkele Bloemen
z y n , gelyk de Vioolen, Balfaminaas,
Flos Cardinalis, enz (*). •
D e X X I I I . Klasfe , welke ze lf den hoofdty-
tel van Polygamia v o e r t , is in drie Rangen
van Monoikia , Dioikia en Trmkia verdeeld
; naar dat de Bloemen van verfchillende
Sexen zig op eene, twee o f drie Planten, van
de zelfde S o o r t, bevinden. De X X IV . is al-
leenlyk in twee Rangen , van Filices & Musci,
onderfcheiden.
Dee-
(* ) In de Optelling Jet Geflagten van deeze Klasfe, Syst.
K at. XII. Tom. II. p 43, is door den Heer L in n j e u s de
Rang van Polygamia fuptrftua, welke voor het 944. Geflagt
geplaatst moest zyn, niet aangewcezen, waar door die volgende
, tot 977 , verkeerofelyk tot de Polygamia aqualïs fchy-
sen te behooren: doch deeze uitlaating herftelt zig geieedc*
Ijk t wanneer men bladz. 514 daar mede vergelykt.
Deeze Klasfikaale .vertaling
zeer K on ö ig , en , als op zodanige Aamnet-
S t e n , welke een bdlendige en p
L , hebben ,' gegrondvest zynde , ka" " « - < •
ook niet dan onvetanderiyk aanmerke •
eeniglle, dat ik 'er tegen heb, is , dat deez
D e e in zo ver te f eken en zo ™ ^
veele planten te befchouwen z y n , (mette*e
to n d e LiNNJEWs ze g t, dat hy firn met de
Bloote Oogen heeft gezien,) dat veele benrm-
naars der Natuurlyke Hiftorie de I f e - g g g
om hunne Oogen zo v e e l te ver& ( ;e_
(ten zouden liever iets aan de ui w g
Halte willenoverlaaten in eene Hoofdverdne mg,
en in de fchikking van e=n openbaare T™
Kruidhof (Hortus Botmicm) » M^ e ’
welke de Boomen en Kruiden ondereen menat ,
naauwlyks te volgen. Even ’t zelfde is op de
Methode van den beroemden Hoogleeraar A.
v a n R o y e n , alwaar men m de p a s fe cler
P a lmzE kleine Plantjes vindt, gely ƒ
fchen-Beet (.Morfus R am ) , die met ronde Bladertjes
op ’t Water.dryft, en dus hemelsbreedte
van de Palmboomen verfchillende, aan te merken.
E n , in de Methode der Sexen zelfs, zien w y ,
dat de Ridder zig geenszins aan zyn eigen Grondregelen
bindt, geevende zo veel toe aan de uitwendige
Geftalte , dat de Verbena , by voorbeeld
, in de Klasfe der D i a n d r i a , een ge-
heele Afdeeling heeft van Tetrandrtx , dat is ,
O. Dtiu I. Sttjk.