-Beesten tot Voeder gegeven, zegt T o u r n e -
f o r t , wien deeze Historie in twyfel fchynt
gebragt te hebben. Immers hy fielt Vraagswy-
ze v o o r : wordt dan de beider ley Sexe in de Planten
tot de Vrugtmaaking yereifcht P Of heeft de
ééns Soort deezer Planten de andere geenszins
noodig ? Worden de Lighaampjes, die uit de
Bloemen yloeijen, in de tedere Wrugtjes, daar van
afjiandig groeijentte, gevoerd, opdat dezelven, als
uit eene vadzighejd , . tot haar eigen aangroeijing
opgewekt mogen worden? D o ch , van de Mannetjes
en Wyfjes-Bloemen in eene zelfde Plant,
hadt hy dit denkbeeld niet: veel minder van de
Bloemen , waar in het Vrugtbeginzel zo wel als
de Meeldraadjes is vervat. D e Bladen van deez
e Bloemen, dagt h y , dienden tot voeding van
het Vru g tje, en de Meeldraadjes tot uitloozing
van overtollige'en fchadelyke Stoffen (*).
Ondertusfchen was de Onderflelling, dat ’er
een Mannelyke en Vrouwelyke Sexe onder de
Planten plaats h e e f t , reeds van Plinius af-
komflig ( f ) , eenige Jaaren voor het end der
voorgaande E euw, - toen T ournefort zyne
Onderwyzingen der Kruidkunde fchreef, en naderhand
door verfcheide bekwaame Mannen, op
zulk een vallen Voet gefield, dat men zig verwonderen
moe t, hoe Pontedera, in ’c
jaar
(*) Infiit, Rei Herbariat Paris, 1700. p. 68, 69.
( f ) D'ari in Plantis Veneris intelleftum , Mareïque affiatqt
«jiiodam et Pulyere etiara Foeminas maiitare»
jaar 1720 , dit Gevoelen nog kon tegenfpree- In le i-
ken, niet alleen , maar zelfs anderen , nader-D1NG*
hand, hetzelve met kragt beflryden. Dus kwam
te Petersburg, in ’ t jaar 1737, een Beoordeeling
uit van het Linncedanfche Stelzel, aangaande de
Sexen der Planten, welke door B r o w a l l i u s
ter toets gebragt en wederlegd is (* ). De Heer
A l s t o n , Hoogleeraar in de Genees- en Kruidkunde
op de Univèrfiteit van Edenburg, in Schotland,
kwam eenige Jaaren laatér te voörfchynmct
eene Ptwhandeling over de Sexe der Planten ( f ) :
waar in hy , op gelyke manier als S 1 e g e s-
B e c k , Autheur der gedagte Beoordeeling, door
Ondervindingen . ’t gezegde van P o n t e d e r a
tragt te flaaven, „ dat het Vog't der Helmpjes,
„ o f zogenaamde Stuifmeel, in alle Planten niet
„ noodig zy ter bevrugting,”
In Bloemen, die zo wel het Vrugtbeginzel Tegen,
als de bevrugtende Deelen bevatten, was ’t eén b“ £ ge0
Voornaame tegenwerping, dat dé laatflen dikwils woörd.
zodanig geplaatst fchynen te z yn , dat het Stuifmeel
den Stempel niet bereiken kan. Maar , de.
wegen en middelen van de Natuur zyn ons niet
altemaal bekend, en, clcwyl men in de meeflen
eene zeer bekwaame fchikking ten dien einde
waarneemt, niet alleen , maar ook weezentlyk
z ié t ,
( * ) Examen Epicrlfeos inSyttema Plantarunt CU L!nn<e!t
f t ) Disferïaüon on the Sexes of Plants, hy CH AR.
X.ES AX.STON, M, D. ICings Botanist in Scotlaud. E>f,
Qbferv. Phys, and Litu Edinburg 17^4,
JE z
l h PSSifc» I. STVjg»