In le i- Dieren, als zy de Sappen door het geheele Lig-
DIKG' haam van de P lan t, zelfs van den hoogften
Boom, tot in deszelfs Top brengen: doch, ge-
lyk in de Planten een kloppend Hart ontbreekt,
zo fchynen deeze Buizen ook zo wel den dienst
van Aderen als van Slagaderen te verrigten, en ,
dewyl ’er geene Klapvliezen in z yn , kunnen zy
de Vogten zo wel op- als nederwaards voeren,
zo wel aan de Oppervlakte influrpen, als door
de Wortelen uit den Grond inzuigen. Dat dit
weezendyk plaats heeft, leert ons het uitfchie-
ten en bloeijen van Bloembollen, die ’t onder-
fte boven op Glazen met Water geplaatst z y n :
als ook het groeijen van Boomen, die men met
de Wortels om hoog en de Takken in de Grond
geplant heeft. Bovendien lecTt dit ons ook de
onmiddelyke verfrisfching der Plant - gewasfen
door den Regen en befproeijing met Water ,
enz.
zakjes of Deeze Sapvoerende Buisjes worden gekruist
p f S * van anderen, die als Zakjes o f Vergaarplaatfen
zyn , van M a l p i g h i u s Utriculi, dat is
Blaasjes, geheten. Buiten e-n behalve de Olie
o f Vettigheid , fchynen deeze Blaasjes ook de
eigenaartigé Sappen te bevatten van de Plant,
en misfchien zyn dezelven , naar den verfchil-
lenden tyd des Jaars, o f naar de hoedanigheid
van den Grond, de verfcheide trappen van
Droogte , Vogtigheid, Koude o f Warmte der
I .u g t , nu eens Vergaarplaatfen van Olie, dan
eens van Waterige Vogten , en meestal van
Zecpagtige, uit O lie ,Z o u t en Water vermengd Inlei
beftaande. Hier in moet dan het voomaame ding.
verfchil plaats hebben van de Geneeskragten der
Plantgewasfen. Men heeft reeds lang ondervonden
, dat zy tegen den Winter meer voorzien
zyn van Olie , en Wateriger in ’t Voorjaar,
wanneer zy zig fchikken tot den Groey ,
die voornaamelyk in de voorgemelde Vogtvoe-
rende Buisjes plaats heeft, welke de Houtveze-
len in de Boomen uitleveren.
De Lugtpypjes der Planten komen naast, zo Lugtpyp.
het Ichynt, met die der Infekten en Wormen^68,
overeen. Gelyk deeze, immers, geen Longen,
ën in plaats van dien de Lugtpypjes door het
geheele Lighaam verfpreid hebben : zo is het
ook gelegen met de Planten. In deeze Lugtpypjes
komen rondagtige Belletjes voor, welke
door den Heer L e d e r m u l l e r zeer duide-
lyk vertoond zyn in de A f beeldingen van een
Schyfje Dennebooms - Hout. M a l p i ghi u s
fchynt dezelven ook wel gekend te hebben, dewyl
deeze aanmerkt, dat de Sapbuisjes ofHout-
vezelen , tusfchen welken de Lugtpypjes. leggen
, in die foort van Hout als uit Zilveren
Plaatjes famengefteld, aan de zyden ronde Knobbeltjes
uitgeeven (*).
Plet
(*) Ha; Argenteis Iamin’s conrextx , a Lareribus fubro-
tundos emittunt Tumorés. Zie over dit alles L e d ïKMUL-
LERS Mikroshfiopifcbe Ptrr>ia*hJ'jkheien. III. Deel, PI. XL»
P 6l,