3D Ê N S A R I 8 O Ë - B O O it. 275
Af^
IV.
IV. H O O F D S T U K . Hoofdstuk
»
BefchryVing van ’t Geflagt der C o r ï p h a ,
welke men Sariboe - Boom noemt , waar toe
ook de Licuala - Boomen behoor en, en hier mede
wordt de Thebaifche Palmboom vergelee-
ken.
T n ’t Latynhadt K u m p h i d s deezeli Boom Naam*
A Sarïbus getyteïd , om dat. hy v£n de Ma-
leijers en Makasfaaren Saribü o f Sariboe geheten
werdt. De Javaanen noemen hem Sa-
ligi , de Baleijers Sami , doch de Teïnataanen
Wocka, een naam, dien zy ook geeven aan den
wilden Lontarboom. Op Malabar noemt men
hem Codda -Panna o f Berg-Palmboom. L i n -
njeus heeft ’er den naam van Corypha aangegeven
( * ) , welk Wo o rd , in ’t Griekfch, niet
anders dan voor een Top fchynt gebruikt te
Kyn , en zelfs in ’t Latyn niet bekend was;
hoewel. Coryphmis , daar van afgeleid, het gene
(* ) Corypha Frondibus pinnato - pulmatis plicatis , Fila
bterjeftis. Syst. Nat. XII. Tom. II. Gen, laai. Hort. Cliff.
482, F l . Zeylatt. 394- ROVEN Lagdb. 4. BURM- b d . 240,
Palma Zeylanica Folio longisfimo , latisfimQque , Tala &
Talaghas difta. BURM. Zeyl. 131. Palma Montana, Folio pli-
caüli Elabelliformi, maximo , femel tantum frugifera, RAJ,..
fitst. 1363. Codda -Panna, Heft./Mal, III, p. 1» T , i - t ï .
Saribus. B.UMPH. Aittb, I, p, 4 1 * 2 *
S 2
il 'deki,. I. Stuk.