1.
A fdeel.
IX.
H o o fd s
t u k .
404 B e s c h r t v i n g v a w
dikker dan om laag, hebbende eene grysagtï-
ge Schors, van Voet tot Voet in de jongheid
geringd, maar in de Ouderdom geheel effen
wordende; met eene Kroon van gebladerde
T w y g e n , die hem zeer fraay Haat. By het
afvallen van eenige Bladfleelen, dat Maande-
lyks gebeurt, komt tevens een Bekleedzel neder
, van vier o f v y f Voeten lang , twee
Voeten breed , en van dikte als bereid Leder.
D it noemen de Franfchen op de Eilanden Ta-
che, en gebruiken het tot bedekking van hunne
Keukens o f andere kleine Hokken by hunne
Wooningen, zo wel als zy zig van de Bladen,
wanneer die gevlogten en netjes aaneen
der Bladfleelen o f Twygen gebonden z y n , tot
dekking van hunne Huizen bedienen. Als de
Stam , na ’t afhakken van de K o o l, (want
daar toe moet de Boom ter neder geveld worden
;) is doorgefpleeten , zo vertoont zig het
Draadige Merg, waar van men Werk en zelfs
Touwen tot gebruik der Schepen vervaardigt.
Het uitgeholde Hout maakt dus twee Geuten,
die men o f tot een Vorstdekking der Huizen
o f tot Waterleidingen gebruikt. De Bladen
dienen tot het maaken van Matten, Korven,
Zakken, Hangmattenen ander gevlogten Werk.
Ook wordt het H o u t, dat byna zwart en fier-
lyk gemarmerd is , dikwils van Draaijers en
Schrynwcrkers gebezigd; laatende zig zeer fraay
polyflen. Zelfs worden geheele Huizen van
deeze Boomen alleen gemaakt.
Ge-
0 e n K o o l b o o m . 405
Gedagte Autheur meldt nog iets aanmerke- I.
lyfcs wegens de Vrugtmaaking van deezèn Pal-
mietboom. ,, Hoe hoog ook dezelve zy (zegt Hoofd-
„ hy , ) wordt men doch van den Grond aan*TuK.
„ het bovenfte van den Stam , met gemak,
„ een fchoone Pluim gewaar , welke zig al-
„ toos naar het Ooflen keert. Deeze wordt
,, jaarlyks vernieuwd , en is , uit haare Schee- c
„ de gekomen zynde, ge - emailjeerd met een
„ groote menigte van kleine geele Bloempjes,
, , de gedaante van Gouden Knoopen hebben-
„ dé , welke , als zy afvallen, gevolgd wor-
„ den door veele ronde Vrugten , van groot-
„ te als een klein Hoender - Ey. Op dat.,
, , nu , deeze Bloemen en Vrugten , in eene
„ enkele Tros famengevoegd , voor de Onge-
,, makken Apn het Weder befchut mogten
,, zyn , hebben zy van boven tot bedekzel
„ een dikke harde Schors, welke in een Punt
„ uitloopt, zynde van buiten grysagtïg, van
, , binnen Oranjekleurig rood. Deeze dierbaa-
,, re Parafol is niets anders dan de Sch«ede,
,, w7elke de. Bloemen voor dat z y opengegaan
,, waren befloot, en zig van onderen ontflui-
„ tende dus de gedaante van een omgekeerd
„ Schuitje aanneemt, tot béter bedekkinge van
„ de Bloem en Vrugten. De Zaaden van
„ een andere Soort van v Palmiet, die zo hooO"
,, niet groeit , kleine ronde Nootjes draagen-
„ de , die gepolyst zeer fraay zyn , worden
5, gebruikt tot Roozekranfen” .
Cc 3 Deeï
l . Deel. I. Stuk.'