I* g e l , die met de platte zyde tegen elkander
. y h . * aangevoegd zyn. Deeze Korrels bevatten een
H oofd- wit Steenagtig en hard M e rg , dat tot geen
STUK‘ gebruik bekwaam geagt wordt. Het Vleefch
van deeze Pruimen verwekt een dergelyke
Jeukt in de Huid, als dat der Vrugten van
den Sagueerboom| ja brandt nog vinniger dan
dezelven.
De Bloem- D e Nieboom draagt maar eens in ’t Leven
fteng' zyne Vrugten, werpende vervolgens zyne Bladen
en Twygen a f , en dus allengs ftervende.
Onder de Vrugtdraagende Trosfen , uit de
Kruin , als ook uit den Stam zelven , komt
eerst het regte Bloeizel , gelyk aan den Sagueerboom
, voort. D e Steelen van den Bloem-
Iteng zyn als met jonge Eikeltjes bezet , welke
zig in drie dikke Blaadjes openen, van binnen
gevuld met dikke Draaden , die in ’t eerst wit
zyn en daarna geel worden , door het rype
Stuifmeel, dat zekerlyk op dergelyke manier als
in andere Palmboomen de Vrugtbeginzels zal bezwangeren.
Ondertusfchen wordt van deeze
Majangs, tot het aftappen van Palmwyn, geen
gebruik gemaakt.
Gebruik Deeze Boom levert tusfchen de oirfprongen
I£rotheC van zyne Twygen o f Bladfteelen, in de Kruin’,
eene dergelyke witte Spongieuze Stöife ui t ,
Baru genaamd o f Baroe, als de Sagueer-
Boom. Hy heeft ook een Kool o f Palmiet,
die eetbaar is , en uit den Stam kan het bin^
nenfte Merg insgelyks tot Meel bereid worden;
doch
doch het een en andere is veel flegter dan d a t ^ 1^
van andere Boomen. Het voornaamfte gebruik, x i l . ’
dat men van den Nieboom heef t , beftaat inHooFo-
het Hout , & welk onder alle Houten, die inSTÜK’
Oostindie vallen, voor het beste en duurzaam-
fte tot den Huishouw gehouden wordt. Dit
Hout, dat het Merg omringt, is in jonge en
middelbaare Boomen ros , in oude Boomen
zwart en Hoornagtig , als uit enkele Draaden
beftaande, waar tusfchen witte: Aderen loopen
van het Merg , en door den Ouderdom 'byna
geheel vermolfemende. Dus worden, om te
kappen , de Boomen van middelmaatigen Ouderdom
uitgekoozen, en in dezelven is nog het
Hout naauwlyks twee Vingeren dik. Het laat
zig gemakkelyk in de langte fplyten , even als
het Hout der Noordfche Sparreboomen, doch
fplintert dan ook , zo wel als die , ligt a f ;
zo dat men ’er z i g , indien men geen voorzig-
tigheid gebruikt , wel aan kan kw7etzen. Het
wordt gébruikt tot Latten en Sparren , om
allerley Heiningen en Affchutzels , Wanden
en Daken dér Huizen, daar van te maaken .$•
doch moet daar toe wel gezuiverd zyn van
het vooze Merg. Men maakt ’er ook Steelen
van Lanfen en Werpfpiesfen , Pylen en
allerley Stokken van, die tot gebruik zeer bekwaam
zyn.
R t jm p h iu s verbeeldt z i g , dat de Airi
der Brafiliaanen, door P i s o , als de zesde Soort
van Palmboomen, befchreeven, van wiens har-
E e d e ,