I n le i-,geheel Vertoog van den Heer L o e f l i n Gj
P in g , (jje (je Knoppen gelyk fielt met de Bollen der
Bolplanten, en een Knop begrypt als een Kruid
in kort bellek , door zyne buitenfle Blaadjes
befchut, aan ’t welke alleen de magt om zig uit
te breiden ontbreekt, die door de Warmte
moet opgewekt worden. De Knop verfchilt
van ’t Zaad alleenlyk daar in, dat zy geep nieuwe
Plant vobrtbreftgt, maal fldgts de P lan t,
waar toe zy behoort, uitbreidt (* ), Verfchei-
de Autheuren hebben daar ook de Plant o f Tak
in ’t klein in waargenomen, M a l p i g h i u s
zag met het Mikroskoop , in de Knoppen der
Esfcheboomen , Blaasjes, M e rg , Houtige Vezelen
, Bast en Bladen. L e e u w e p h o e k
heeft zelfs Bloemen in de Knoppen ontdekt. Ei-
gentïyk beflaan zy uit Schubbetjes, dat de be-.
ginzels der Bladen zyn , waar onder men dan
ook de Steeltjes en Stoppeltjes begrypt, eh dit
gaf aanleiding om dé Planten, volgens de Knoppen
, in Klasfen te onderfcheiden: doch. de ver-
deeling derZelven , volgens de Knoppen, in
Kruiden en Boomen, door R a j u s en P o n -.
T e De r a , heeft geen grond; alzo ’e r , gelyk
gezegd i s , Boomen zyn , die geen Knoppen
hebben; te weeten de Oranje-Citroen-Cypresfe.
boomen en anderen, gelyk onder die der Noor-
* Frax~ delyko Gewesten het Sporkenhout * , en dé
' Stoel:
(*) Gemmse Arborum, Disfett;, yirpatn* Acai\ VOL, n .
p.
Stoel of dat gedeelte, 't welk ’s Winters op den Inlei-
Wortel zit in de Kruiden die overblyven, al is DING*
het onder den Grond verborgen , ook alle de
eigenfchappen der Knoppen heeft.
De aangroeijing der gedagte Schubbetjes doet Haare
de Knoppen zwellen , en maakt dat z y volgens °**''
haare gefleldheid uitfchieten. D e verfcheiden-
heid, welke hier in plaats hee ft, is door Mal-
p ig h iu s fraay in Afbeelding gebragt (*). In
fommigen veranderen de binnenfte Schubben,
allengs, in enkelde Bladen, en deeze kan men
Bladknoppen noemen. In anderen zyn de Schubben
beginzels van de Steeltjes, die de Bladen
aan hunne enden uitgeeven , en dit zyn Steel- •
knoppen. In een derde Soort zyn de binnenfte
Schubben , aan haaren top , in tweeën o f driën
verdeeld, waar Van de zydelingfe Lappen Stoppeltjes
worden ^ terwyl de binnenfte een Blad
voortbrengt. Deeze heeten Stoppel- Steelknop-
pen. Een vierde Soort heeft de Schubben alleen
uit Stoppeltjes beftaande, welke de beginzels
der Bladen omkleeden , en de zodanige
noemt men Stoppelknoppen.
Op verfchillende manieren zyn de Bladen Maatziug
binnen de Knoppen famengevoegd. In fommi- den f^'da
gen leggen zy als dubbeld ^gevouwen: in ande-Scheuten*
ï*en zyn zy , o f van beide kanten, o f van de
eene naar de andere kant: in fommigen ook van
bei-
(* ) Zie Anatom. Plant ar um. Vol, I Taf), i o - 13. Fig. sj-6».
I 5