A fdeel ” ***** doch niet aangenaam. Van den Stam,
VI, 33 wanneer dezelve van Bast beroofd is , wor»
Hoofd» » den zwarte gladde Wandelftokken vervaar»
STUK* » digd, die met Knobbels geleed en zeer ligt
„ zyn, welken de Franfchen Games de Taba, 33 ê° 3 dat is Rottingen van Tabago heeten en
M fomtyds in Europa overbrengen. Van dee-
« ze Rottingen heb ik den ‘ naam van deezen 33 Palmboom ontleend : terwyl de Spaanfchen
3, hem Higuero di Lata noemen , om dat hy
3, hun Latten, tot het dekken der Huizen en
,3 ander gebruik, uitlevert. Dit Gewas komt
33 veel by Karthagena, in Amerika voor.”
Kokerit- Die zelfde Autheur maakt gewag van een
Kloten, andere Soort van BaStris, welke, in dé Bos-
fchen daar omftreeks groeijënde, van even zodanige
Geilalte is , maar meestal oplchiet tot
de hoogte van twintig Voeten , en een Stam
heeft van twee Duim en daar boven dik (* v
D e Twygen zyn zes Voeten lang, met Bladen-
gevind van by de twee Voeten, die aan den
rand bruiner en zigtbaarer Doornen hebben.
D e plat famengedrukte Scheede buigt door de
zwaarte der Vrugten neder. D e Vrugt heeft
de grootte en gedaante Van een E y , aan de
punt gelpitst, zittende in een veeltandige Kelk
en Bloemhuisje. Onder een Lederagtige donker
paarfche Schors bevat dezelve een Veze-
h g , Sappig, eetbaar, Zuuragtig Vleefch, waar
van de Ingezetenen des Lands ook Wyn maa,
ken.
(*; Baftïiï (m a j t r ) Fiuflm orato, ]ac<^. A m t r , p, 280,,
ken. De Noot is langwerpig o v aa l, aan de I.
pünt in drieën gefpleeten , zwart van Kleur , FT^ U
met drie Gatagtige plekken ; bevattende een Hoofd-
Kraakbeenige , vaste , niet holle Pit. Deeze stuk.
Vrugten worden op de Markt verkogt, onder
den naam van Cocorotes , zegt J a c q u i n ,
eü zodanigen o f dergdyken zullen ’t mooglyk
zyn , welken men in onze Koloniën aan de
Vaste Kust Kokerit - Noot en noemt, wordende
de Vrugtfcheedcn, onder den naam van Kokerit
- Bakken, om iets in te draagen, en de Bladen
tot veelerley werken gebruikt.
De vermaarde Sloane befchryft eenen ge*
doomden Palmboom van ’t Eiland Jamaika,
die klein is met eenen dunnen Stam, hebbende
eene Pruimgelykende geele Olieagtige Vrugt.
Deeze fchynt met den gemelden nader overeen
te komen, dan de Amerikaanfche Gedoomde
Palmboom van B a u h i n u s , welke de Hay-
ri van T h e v e t en de Airi der Brafiliaanen
zou zyn, door L er y befebreeven, daar Ov ie -
dö den naam van Kayama aan geeft. D e e ze ,
naamelyk , draagtr ronde Vrugten, van grootte
als een Kaatsbal, die eene Sneeuw - witte doch
geenszins eètbaare Kern bevatten. Het Hout
meenden veelen Ebbenhout te z y n , om dat het
in ’t Water zonk, maakende de Wilden daar
van Houwers en Pylen, die Yzeren Harnasfen
konden doorbooren. Hy is evenwel door onzen
, Ridder aangehaald op deeze S o o r t, die een
Guineefche Palmboom zou zyn.
V I I . HOOFD*
H. Deel i Stok