A fd * el n o em tz e o o k weI Konin§s - Kalappus, om dar
Y j, ‘ de Grooten deëzer Eilanden tiaar veel on>
H oofd- treilt hunne Wooningen en by de Pagoden
stuk. laaten planten.
10. Calappa Regia, die men in ’t Maleitfch
Calappa Radja , dat is Eonings - Kalappus ,
noemt, maakt die verandering uit onder de
Kokos-Nooten , hier voor gemeld; dat zy den
Bollter , als de Noot ryp i s , hoog geel, Oranjekleurig
o f rood , hebben. De Schors van
den Stam echter is ook eenigermaate roodagtig
en dunner dan die van den gewoonen Kokosboom;
de Takken geel; de Nooten wat kleiner
en aan ’t voor-end ipits o f getepeld, zyn-
de niettemin zeer aangenaam van Water. Öp
a g to f tien Voeten hoogte draagt deeze Boom
a l, en is aan de geeïe Kleur van zynê Takken
altoos duidelyk te onderfcheiden. Op
Ceylon groeit een dergelyke Boom, die Vrug-
ten van zodanige K leu r , ëngrooterheeft dan
gewoone Kokosnooten, wordende aldaar zo
kostelyk gehouden, dat de Gemeene- Man de-
zelven niet nuttigen mag , al groeijenze op
zyn eisen Grónd , maar moet dezelven ver .
eeren nan den Vorst. \
1 1 . Calappa Lanciformis in ’t Maleitfch Calappa
Lanfa , draagt kleine Vrugten, ongevaar
een Vuist g ro o t, langwerpig, l ig t , tien o f
twaalf by malkander gedrongen hangende aan
een Tros , gelyk de Lanlen, waar mede de
dikke Yzers der Pieken zullen bedoeld wor-
• den s
den.' D e Kleur is van buiten wit o f wat I.
groenagtig. Z y zyn zo dun van Bolfter en
D o p , dat zy ligt door ’t afvallen barften, e n Hcqfd-
Horten dan een aangenaam Water uit. stuk.
12. Omtrent de Stad Suratte en verder door
’ t geheele Koningryk Cambaja en Gufuratte ,
aan de Vaste Kust van Indie , vindt men een
ander ilag van Indiaanfchè Palmboomen^ Ter-
ri genaamd , welke met de enkel Wyngeeven-
de meer gemeenfehap heeft, hebbendé wel de
Vrugten Nootagtig , doch twee o f driemaal
kleiner dan de gewoone Kokosnooten, met eene
harde P it , tot eeten onbekwaam. Deeze Boom
blyft laager en de Bladen neemen hunnen oir-
fprong reeds onder aan den Steel. Uit den
afgefneeden Tak van de Vrugt - Tros loopt
een zeer aangenaam V o g t, dat men aldaar tot
dagelykfen Drank gebruikt , maar het welke
ligt drónken maakt.
13. Ook móet men hier nog een zeer kleine
Soort van Kokosnooten by voegen , die op
de Maldivifche Eilanden groeit en meest fchynt
overeen te komen met de voorgemelde Zwaard-
o f Doósagtige Kalappus - Boomen , wordende
deeze kleine Nooten ook veelal tot Doosjes,
Kruidhoorentjes en andere Snuisteryën gebezigd.
Mooglyk zullen het dergelyk flag van
Kokosnooten zyn , daar Pater Labat van
verhaalt, dat menze aan de Oevers der West-
indifche Eilanden vindt, ter grootte van een
Hoender - E y , daar men ook Doosjes van
maakt,
i i .D eix I. Stuk»
1