1 arÜSil'
Ii
I i i
Jtiii; II l!r
SÜLÜI
312 VOORBER. TOT DE BES. DER S PRINGKH. EN KREKELS,
T.«.vii.wederzyde heeft dit achterlyf, wegens de aldaar zynde cieraaden,
v o komen de gedaante van een uitgekorven en ingewikkeld blad-
00k IS er ter piaatze daar de middelfte pooten hunne inleding
hebben, zodanig een bladvormig vercierfel te zien.,
§. 4Ö.
N u zou ik nog verfcheiden buitenlandfche Springkliaanen aft
gebeeld können vertoonen, gelyk g. 44. reets gezegd is; want de
geeerde Begunfliger uit Dresden, hier voorens g. 17. gedacht, heeft
zyne belofte vemild , an my wel negenerleie foorten van bukenlandfche
of Indiaanfche Springkhaanen toegezonden ; welker befchryvmg
en ax beelding rk niet weete ergens gezien te hebben.
Doch ik moet emdelyk eeiis om een flot van myn Voorbericht
denken ; dewyl het zelve aan verfcheiden Liefhebberen mynet
bladen alrede te wydloopig toefchynt. Ondertuflchen zal ik niet
vergeeten deze vreemde Gaden op een anderen tyd te piaatzen-
Krwyl ik hier mede myn gemeiden ßegunßiger nogmaals myne dankbaarheid
betuige, en mynen genegen Leezerenalle welvaard blyve
Eii
Sit',
• « f yM
iB'irii i||
• i i i =
'•fe.
IS'lf;:.
ß E.