434-
TAK.
XXVII.
fíg. 9.
Lili, d d.
B E S C H R Y V I N G DER S P R I N G K H A A N E N EN
¡ der Cicaden voorkomt.en dewyl dezelve hier re»«
huidje van zelf in 't oog. De Fte. van i, , h
Bs. lo.
welken het klinkend „
g e ö p e n d i s , zo valt die huidje van zelf in 't oog. De Fh van T J
kan ^ gr a n d e Cicad? eTald t
L e l r s . . H s h ^ T T ® ' ontde k k en, waar tegen de
i ; , , ve r t o o n e n , zo als zy 'er van binnen uitzi l " en
tuffchen dezelven de vereeniging der beide Spieren, die echter hier zödf
n g een hoek nmt maaken, als de Heer d e ReI i tmuu opgeeft, en er w '
derzyde naar de Schulpvormige hüidjes uitloopen. Deze eigenfte Z ' J Z
r l T " f Schnlpvormig' ehuidj e s , w o Ä de S
i Se l ' g t , vertoond. De SchSpvormige huidies zyn bv ¿i
en daaronder loopen de beide Spieren; welken anders by , e Z e n ^ l ;
fen doch Iner van elkander afgezonderd te zien zyn. leder derze^er i S
i « ' / / I ^ l l . eene ovaal-ronde, eenigzins iigedrukte vlakte ; u k C
f f - voorkomt. Door deze fteelen nu, die de H™
DE R e a umc r Zennwennoemt , zyn de Spieren, gelyk hy z e « aan d
Schulpvhezen vaftgehecht; en door derzelver beweegifglord^t he? ha die o
v b e s j e d e r m a a t e n i t - e n i n g e d r e e v e n , dat'er eene klank^.it ontfta ifwfl
t ^ h e h S . tegenfpr e eken; maar dewyl ik niet bevo"
den hebbe dat geraelde fleel aan "t huidje vail zat; zo is 't ¿ y niet oiwaa
fchynlyk, dat het geluid voorkomt, ter oorzaake dat deze i l L C o v e X
Schulpvhesje heen en weder gewreeven worden ; gelyk men de fiaaren ™
ken ^ ä k h ''i™''™ ^wak pennetj e ove/ dezelven heen teVry
ken Ook hebbe ik u,t die hmd es zelven, op de bovengenoemde wyze m
den Heer d e R e a üMu r , geen geluid können voortbrengen ^
S- 15.
Dus hebben wy alle de deelen, waar door de Mannetjes der Cicaden 7ati
gers worden eeren kennen, en zullen nu overgaan er b e f ewf n g e va
p e f f r h L ™ , \ bovengenoemde deelen ontvan!
gen fchynen te hebben. In 't algemeen wil men, dat het woord Cicada zvn
oorfprong van daar hebbe, cito cadat, dat is, volgens de gemeene dtte
doch B e c L n n bfw^ert n jne
hebbe van ™ .h.., c welkzoveel zeggen wil,als door een beweegelyk vliesi
r a n L t ^ C i een dun vliesje der
t^ranaat-.lppelen. Nu is t wel waar , dat B e cma n n zelf dit werktniü des
f e h o u f e n " ' h L f r ^ ^ ^'^"^els , als dünne vlies « d äi^v
gehouden heeft; maar dewyl ons bekend i s , dat zulks, fchoon een ander,
noch-
LOCVST^ .
r a Ä , X X V I I
i t Mf"
W M - ••
l i l i l í j
a j . '
I i i «
S : liî
üii»f •f!•: ^¡ • •
-hs. r, '
ä s
i' I i
Ü S - l v ; .