p '
I.MM.. ji
Wim
39« BESCHRYVING DER S P R I N G K H A A N E N EN
ra.xn.Dnhefchrjvelyle menigtc in Zevenbergen gevallen, en te Nangehfch mn veele duizend
Menfchen met veTwondering gezienzyn, ffc. Deze Springkhaanen hebben, ge.
lyk de opgenoemde befthryving meldt, Hunnen Wegwyzer gehad ; zyn in
twee Colommen voortgetoogen; hebben alles opgevreeten; met elkander geftreeden
en elkander omgebragt; zyn, 15 vademen dik in de .breedte, vier
Snaphaanfchooten verre gevloogen , en hebben zieh in de lengte op een
affland van 4 uuren uitgebreid, enz.
SO
f dit bericht geloofbaar zy, laat ik aan 't oordeel van anderen. Ik voor
my was inzonderheid begeerig om de aldaar gegeeven Afbeeldingen eetis
naauwkeiirig te onderzoeken, ten einde te zien, of'er eenige gelykheid tusfchen
dezelven en de onzen plaats hadde; maar dit onderzoek leerde my wel
haaft, dat, fchoon de befchryving al waarheid mogte zyn,de Figuuren nochtans
vaifch waren, en niets minder voorftelden, dan die Springkhaanen, waar
van in dat Bericht gefproken wordi: want dezelven zyn gevolgd naar die
genen , welke ik in myne Verzameling van Springkhaanen en Krekels op
Ta!). V. en VIH. afgebeeld hebbe, gelyk ik op het oogenblik zal aantoonen.
D e groóte wordt de Wegwyzer genoemd , en is even dezelfde , die ik op
Tab. V. onder den naam van Lecußa Indica, afgebeeld hebbe; dat zeer duidelyk
gezien kan worden , wanneer men myne Afbeelding en de Augsburgfche
op elkand-r legt, en ze tegen het licht befchouwt: want dan zal men bevinden,
dat ze beiden een zelfden omtrek hebben. Doch, opdat zulks niet zo
terflond in 't 00g mogte vallen , heeft men 'er, in de Augsburgfche Afbeelding
, eene Legpyp bygeteliend; en aan den voorften rand der ßovenvleugelen,
mitsgaders op de ringen of leden van 't achterlyf, vertoonen zieh ver.
fcheiden vlakken, van welken zommigen eene halve maan, en anderen de ge.
daante van een kruis vetbeelden. De beide kleiner Figuuren zyn juill niet,
z o als de eerfte groote, naar de mynen doorgetekend , nademaal hunne Afbeelding
wat grooter is; maar hy , die de moeite neemt van ze tegen de 1'=
en 2''' Fig. myner VIU'" Tab. te vergélyken , zal uit de gantfche gedaante
z i e n , dat het niet anders dan Copyén of Namaakzels zyn; zynde alleenlyk
de cieraaden der Vleugelen wat vermeerderd, 00k is 'er op den eenen een
kruis en eene foort van IVIaan bygevoegd. Ik hebbe noodig geöordeeld dit
in dezeii te erinneren; opdat een ieder, wien deze Afbeeldingen bygeval in
banden mogten komen, zieh niet laate bedriegen. Wat voorts hec daar bygevoegde
bericht of de befchryving betreft, dezelve laate ik in haare waaide
of onwaarde; doch het wäre te wenfchen, dat de tydingen van de fchade,
die de Springkhaanen in dit jaar 1748. in Hongaryen veroorzaaken,
niet
m v :