V L I E G E N EN M U G G E X. Tab. IX. en X.
5 Ì 7
j o vee Izeggen a s het Vleefch en andere dingen raet Eieren le beieggen; T....IX.
het well^ dan Gcfihnms of Befmetting genoemd wordt. Van daar heet mene» X,
de Vlinders, die de Knuden en ßJaderen met hunne Eieren tefmetten, in
i \ e d e r . Saxen , Schmetterìingen , om dat men aldaar &hmmen in plaats vaa
&chme,sfin zagt. En even zo heeft de Vlieg, welke ik thans voorneeme te be-
Ictiryven , den naam van Sch„wis- of Befmet - Viieg gekreegen ; doordien ze
verfcheiden dmgen, doch inzonderheid vervuild Vleefch en ander Aas met
haare Eieren befmet; iiit welken hoofde ze ook Aas-Vlieg en Vleefch - Vlieff
genoemd wordi [De Hollanders roemen deze Vliegen gemeenlyk Bremn
T n f f f . ^ / ' " ' en z . ] 'Er is een groot getal van \niegen
van onderfcheiden foor t , aan welken deze naam in 'c algemeen toekoL;
maar onder dezelven is de tegenwoordige eene der gemeenften en bekendftenjen
ik hebbe er my daarom ook menigmaalen van bediend, als ik de
zulken we ken my de nacuurlyke Voortteeüng der Jnfeflen wilden betwiften,
oogenfchynlyk van het tegendeel poogde te overtnigen. Deze Verdeedigers
der oudeD^aalinge dat de Infeflen uit de Verrotting ontftaan, b edSe a
zieh naamlyk veekyds van de IMaden, die in onde Kali en vervuild Vleefch
veelvuldig gevonden worden. Ze drongen derzelver herkomft daar uit aan
ot een bewys tegen my, zonder te weeten, dat ze my juift daar door de
Wapens m de band gaven, om hunnen ongegronden Waan te beftryden. Ik
zommigen dezer Voorftanders van verkeerde gevoelens, eene
Weddenfchap aan; volgens welke ik my niet alleen verplichttl, om hünTe!
voelen te omhelzen en te v-erdeedigen, maar ook de Weddenfchap met vermaak
te betaalen, ingevalle ik ben niet overtu.gde , dat de verrwting niets
toebrengt tot den oorfprong dier Maden. Wy verkoozen daar op twee ledi!
g e e n zu.vere Glazen; m leder van welken een ftuk frifch Vleefch van een
viervoeug Dier gedaan wierd; het een dezer Glazen maakten wy digttoe
met een dun Papier, en verzegelden het zelve; en het ander lieten wy open
Vervolgens zetten wy beide de Glazen op een afgeflooten Plat van een Dak !
aan eene Zonryke plaats in de open Jucht. Die dus gefchikt zynde hield ik
ftaande, dat er u.t het Vleefch, ,n "t beflooten glas, tl duurde het nog zo
t f L ' f l ' r " te koomen; te?wyl het andere in tegendeel
wel haaft daar van wemelen zou. Wanneer wy nu des anderen daagf 00^6
Glazen befchouwden was 'er in 't beflooten Glas geene veranderin^Ìe
befpeuren ; maar in t open Glas ontdekten wy niet flechts veele fchifhts.
wyze op het Vleefch l.ggende Eieren, maar ook eene Vlieg, welke juift bezig
was met haare Ederen te leggen. Uit deze Eieren kwamen nog d en zeli
zo wel de Maden als de Eieren; mvoege, dat ze eindelyk het Vleefch ten
Z r f "i V ^ ' ^ f " i" •'beflooten Glas bfeef d arentegen bein
troebel water vervloeide. Met het neemen deezer Proeve had ik te gelrt
C c c c .