300 VOORBERICHT TÔT DE BESCHRYVING der
T ^ i v. nen veroorzaaken , wanneer God de Menfchen dnarmede bezoek.
Sn xv7 ^^Wachtds, {oîKwakkekril waar
Z w k; ë^'î";?'^®" geen Springhaanen , ¿aar in
I . ' tegenilaande zommigen vee.
geleerdheid getoond hebben,
om het tegendeel te bewyzen.* Waiit, behalve dat de Wachtels
een gezond voedzel zyn , zo hebben de Kinderen Ifraëls op
begeerd. Doch indien de zulken , welken hier voor de Springkv
T p p ^ h T k V ' " bewe e r en, dat deze Infeden ook
Vleefch hebben, zeggende een ander Vleefch hebben de viervoetige
Dieren een ander de Visfen, een ander de Vogels , en een
ander de Infeften; zo wil ik hun , om over geen woord iftwl"
ten , zullts gereediyk toeftaan : maar ze moeten my dan , aan de
ri^ft^ de Kinderen Israëls in
de woeftyne die onderfcheiding gemaakt hebben. De Heer F r i s c h
die mede vastftelt dat 'er door de Hebreeuwfche woorde^' ^
he Selaam, Hargol ^n liagab, Springhaanen te verftaan zyn, onderzoek
zelfs, of ze de vereifchte Eigenfchappen der reiL D™
ren hebben en zegt : gefpketen klaauwellyn V en l Z I
Maagen bebb, tk imgelyks gevonden. Ook hebbl ze d'taZIntl
her. I
mmm^mrn^
KtEEMANN,
S P R I N G K H A A N E N E N K R E K E L S . 301
herkMuwinge. Maar ik weete no^ niet, of deze kentekens de zaaki-»«. v.
wel uitmaaken : want , gelyk ik boven reets gezegd hebbe, Mozes
heef: andere Kentekens van de viervoetige Dieren , andere van de
VilTen , en wederom andere van de Vogelen opgegeeven; byaldien
nu het herkaauwen en de gefpleeten klaauwen ook op de Springkhaanen
zyn toe te paffen, dan zal men ze onder de viervoetige Dieren
moeten teilen ; welker reinheid door de gefpleeten klaauwen en 't
herkaauwen aangeduid wordt. Maar wie heeft ooit de Springkhaanen
met recht voor viervoetige Dieren gehouden ? Doch dewyl de
Heer F r i s c h voorvvendt, dat hy deze kentekens aan deSpringkhaanen
gevonden heeft; zo hebbe ik insgelyks de moeite genomen om
zulks te onderzoeken: dan vermits ik hier toe de Springkhaanen van
ons Geweft moeft gebruiken, zal ik de melding van myne daaromtrent
gemaakte ontdekkingen zo lang befpaaren, tot dat ik aan de befchrvvmg
der groote Springkhaanen van onze Landftreek kome.
%. 40-
Alhoewel nu de rechte zin der woorden van Arbe enz. onbekend
zy, hebben echter zommigen dezelven zo trachten uit te leggen, dat
ze er naar himne gedachten een bewys voor de Springkhaanen uic opmaaken
können. Dus zou het woord Arbe afftammen van vermenigvuldigen,
om dat de Springkhaanen fterk voortteelen. Selaam van
opvreeten, om dat de Springkhaanen , overal daar zy komen, alles
verteeren. Hargol beduidt zo veel als zieh verre uitbreiden, en de
Springkhaanen vhegen troepsvvyze. Hagab wil zo veel zeggen als
bedekken , verileeken , en de Springkhaanen bedekken door hunne
vlucht de Zon. Deze uitlegging nu fchynt wel tegen myn gevoelen
te ftryden, en menig een zal daarom denken, dat ik die wel achter
w e p had mögen laaten; maar als men de zaak wat naauwkeuriger inftS:
v^L I ? " ' "itlegging my in tegendeel zeer wel te
kan nmlSn'n^n vermenigvuldigen, en niemand
. „ T ' Z " bygebragte foorten van Hoenders,
Ganzen en Eenden , alle jaaren grootlyks vermeerderen. Sdaam
i ) « / .de Qq ¡^ Q ^ J J
Pm'-i