4S<J B E S C H R Y V I N G d e r
T ä m.ten opleveren, niet onbekend, dat het wel der moeite waardlg is, dezeU-eiu
it de Rupfen voort te kweeken. Men wordc, dit doende, veel fchooner Vliii
ders deelachtig, dan wamieer men dezelven op het Veld of in de Tuinen
v a n g t ; alwaar men ook niet anders dan Dagvlinders oncmoet, doordien de
N a c h t v l m d e r s , welken het licht fchiiwen, zieh Over dag verborgen houden
H i e r by komt nog, dat de Dagvl inders, die men vangt , meeftal befchadiiiii
w o r d e n ; of reets, door het heen en weder fiadderen, het ftof hunner VIeii,
g e l e n , dat htm grootfte cieraad uitmaakt, afgefchaafd hebben. Ondertus"
f c h e n heeft deeze Liefhebbery ook haare tegenhedeni en 't valt een Liefhebb
e r van InfeSen zeer verdrietig, wanneer hy zieh te leur geileld vindt na
dat hy zyne met veel moeite opgekweekte Rupfen zo verre gebragt heeft,'dat'
z e op het punt ftaan van te veranderen, of reets in Poppen veranderd zynwanneer
hy 'er dan, in plaats van den Viinder, dien hy metgroot verlan»eii
t e gemoet zag gantfch andere Schepzels uit te voorfchyn ziet komen °Zo
t o c h gebeiirt het dikwyls, dat de fchoonlle en volmaaktfte Rups nu van veel
e , dan van weinjge Maden, die in dezelv.e verborgen zyn geweel l , doorb
o o r d wordt, en dus verlooren gaat. Daar benevens komen 'er uit menige
P o p , m plaats van den verwachten Viinder, meermaals ettelyke kleine of"
g r o o t e Sluip-We pen, en ook wel Vliegen voort. Ophoedanig eene wyze die
t o e g a , , IS veelen onbegrypelyk geweeft, en Swammerdam zelve zegt, iti
z y n e Biii. Nat. pag. 709. dat hy 'er geen voldoenende reden van weet te gee-,
v e n ; hoewel O t t o Marsilius, een beroemd Bioemen- en Infeften-
S c h i l d e r , hem bericht hadde, gezien te hebben, dat de Rupfen doord
e Vliegen aangevallen en belegd wierden met Eieren, waar uit de
W o r m e n yoortkvvamen. En men mag niet onwaarfchynlyk vermoedeii,
dat de Sluipwespcn en Vl iegen, welken uit andere foorten van Infeften geb
o o r e n worden, nevens verfcheiden andere Wormen, die van verrot Aas '
l e e v e n , aanleiding gegeeven hebben, tot de dwaaze meening veeler Ouden
d a t ' e r , uit de verrotting van eenig Sdrepzel, een gantfch ander foort van"
S c h e p z e l e n ontilaan konde. Toen ik eeril kennis kreeg aan de InfeSen, verf
c h e e l d e het weinig, of ik was met dien flroom weggefleept, en tot dat ge-.
v o e l e n verleid; fchoou ik het te voorengeduurigtegengefprookenhadde. Dodi
d e w y l ik altyd van gedachten geweeft ben, dat men, in het nafpeuren der
N a t u u r l y k e dingen, nooit blindlings behoort te gelooven , maar vee! eer omtrent
alles, door eigen Onderzoek en Ondervinding. de Waarheid moettracht
e n te ontdekken; zo hebbe ik de grond-oorzaak van deze, den Rupfen en
P o p p e n z o fchadelyke infeSen , beter legren kennen; het welk my in ilaatgefteld
heeft om 'er de volgende, z o ik v e r t rouwe , voldoenende Befchryving vao,
t e können geeven.
5 . .
D e z e Wormen, naamlyk, welken zieh in de Rupfen onthouden, hebben
hiui-
H O M M E L E N en W E S P E N . Tab. III. 487
"Iiannen oorfprong uit die foort van Schepzelen, waarin ze naderhand veran- Tjk. rifr
deren; ook worden de Vliegen en Wespen, welken uit de Poppen kruipen,
infgelyks door de eigenile foort van Infeflen voortgeteeld. Raakende de
V l i e g e n , daarvan zal ik in 't vervolg handelen, en dus thans alleen van de
•Wespen fpreeken. Dit flag van Wespen behoort, volgens het gene reets in
't Voorbericht dezer Befchryvinge gezegd is, tot de derde ClalTe der Wespen,
welken ik den naam van fPíppsr-lVespen gegeeven hebbe, en die anders
ook Ó7aíf-/Fíipeíi genoemd worden. De Heer F r i s c h heeft haar dien iaatilen
naam toegevoegd; doordien h y , gelyk hy zelf zegt , in het Twe ede Deel
zyner Befchryvinge van allerhande Infecten, pag. 2. haaren ouden naam van
Vsspce Ichnmmones door dien van Sluipwespen vertaald heeft. Icbneuimn is
anders een Viervoeti g Dier , ter grootte van eene Kat, dat zieh aan den ]>iyl
onthoudt, en by de Egyptenaars geeerbiedigd wordt; om dat het of de Kro-,
kodils-Eieren vernielt, of wel dat Dier zelve aanvalt, en 'er zieh meeiler
van maakt, door deszelfs Ingewand te doorknaagen. (Zie Reaumur, Tom. IL
Mm. XL pag. 430.) üf nu de Wespen der derde ClaiTe dien naam verkree--
gen hebben, om dat ze insgelyks grooter Dieren aanvallen en dooden; dan
deswegen, dewyl ze , gelyk de Icbimimon , in andere Dieren , welken zy
dooden, influipen, kan ligtlyk beflift worden. Dat ze het laatfte doen zouden,
ftrydt tegen de waarheid, gelyk de Heer F r i s c h ook aanmerkt; en
d i e e v e n daarom haaren naam niet oordeelkundig genoeg vertaald heeft, als
hy ze Sluipwespen noemt. 't Is daarentegen zeker, dat ze in het eerlle opzicht
eenige overeenkomfl hebben, met den Ichneumon ; alzo ze ten deele
de Rupien en Spinnen rooven en dooden, mitsgaders ten deele ook da
Riipfen en Poppen door haar broedzel vernielen; en dezen maaken voornaamlyk
de derde foort der Wipper - W e s p e n uit. Edoch, nademaal de zulken
die haare Eieren aan en in de Rupfen en Poppen leggen, van eenige Schryvers,
wel byzonder Sluip-Wespen genaamd worden; zo hebbe ik ook, in 'c .
eerile Deel myner Natuurlyke Hiilorie der Infekten, dezelven dikwyls met
dien naam benoemd; ook heeft men 'er, als die naam in' t vervolg meermaals
mogt e voorkomen, geene andere foort door te verftaan. Laat ons nu
eenigen derzelven wat naauwkeuriger gaan befchouwen.
§ . 3-
' D s i ' ^ ' F i g . onzerlll''® Tab. vertoont eene Pop, hangende aan een takj'eß-^. ij
van een b o om, welke ik, in 't Eeri l e Deel , in de eerfte ClaiTe der Dag-Vlinders
, r e h s b e f chr e e v en, en op Tab. II. onder 't oog gebragt hebbe. Vermits ik deze
Pop vervuld vond met eene foort van kleine M a d e n , waaruit naderhand
W i p p e r - W e s p e n voortkwamen, zo hebbe ik dezelve ook hier weder afge-
" 2 be e l d .