s P R I
Ik hebbe bo
voor zodanig i
en dewyl eenif
ora den oorfp
gende tot naric
zo veel als oen
haan of een v<
voorfpelt; of
vouwen , in
ping hiinner G
ten van verfcl
Doch Mantis
noemd, in or
Waarzegger,
ne ik in 12.
eens zeggen,
vengemelde pi:
woorden van
van zyn Beek
vinde ik aldaar
dac ze de beile
Doch ik zal
haanen voortga
der't cog bren
Dit buiteng(
van een voorn: