• J / i i l : .
::
• r n
•Mt:
l í i f j i -
•. ' .
I T O . M M E t E N EN W E S P I : N ; Tai. Vlir.' en IX.
reecler konde befchouwen het gene daar by gebeurde. Zommigen dcrzcl T.ra.viir;
ven waren nog tamelyk klein, doch anderen hadden reets hunnen volkomen en IX.
wasdom : en ik iloeg ze aiien met even grooce nienwsgierigheid gade ; nade-
Hiaal ik zo wel begeerig was om ce weeten, hoe langen tyd zy tot htinnen vollenwasdomnoodig
hadden, als om na t s gaan,of de vchvaiTenen in zodanigePoppen
zouden veranderen, gelyk die waren, welken ik-in mynHout gevonden had.'
Van dit: laatfte wierd ik wel dra overtiiigd,- maaf het eerile ging zeer langk^
2.aam in zyn werk; overmits myne kleine Wo rme n , fchoon ik ze al omtrent
een jaar bewaard hadde,nochtans zeer weinig gegroeid waren; derhalve vermoede
ik,dat dezeWormen meer dan een jaar noodig hebben,eer ze hunnen
volkomen wasdom. bereiken ;£n 't is,bygevolg,niet teverwonderen,dat flechts
eenige weinigen in üaat zyn, om een dikken balk vol gaten te maaken. Voor
zo veel ik tot nog toe weete, woonen deze Wormen meeilal in week Hout;
ten minílen hebben ik ze meeil in Dennen- en Spar ten-boomen-hout gevonden
, doch nooit in hard hout..
§- 2.
T o e n ik beflöoten had dezen Wor m af te beeiden, verkoos ik 'er d-egrootfíen
toe, dien ik vinden kon, en de i Fig van Tai? VÍII. vertoonc 'er
ons een van die Ibort; hoewel ik 'er naderhand nog eenigen gezien hebbe,
die bykans een vierde grooter, doch voor 't overige aan deeze af beeldinge
volkomen gelyk waren. Wyders hebbe ik ook bevonden,dat deze Wormen,
ichoon zy met allen eenerleie grootte bereikten , echter in volkomen Wespen
veranderden; overeenkomilig waar mede de uit hun voortkomende Wespen
insgelyks eene verfchillende grootte hadden. Indien men na het maakzel van
dezen Worm, welke ook ettelyke reizen van huid verändert , wat naauwkeu.
liger befchouwt, ontdekt men wel haail, waar door dezelve te onderfcheiden
is van de Hout. Kever- en andere Wormen, die ik te vooren befchreeven
hebbe. Zyne koleur is wel, even als aan die, bleek en helder Okergeel;
maar hy is merkelyk anders, van gedaante. De Kop, welka niet zeer groot
i s , heefc eenerleie koleur met het lyf, en is nagenoeg kogeli-ond; waar door
hy ook meer van 't lyf afftaat, dan by de Wormen der Hout-Revers;docli.
hy heeft ook van onderen eene kleine bruine Gebit - tang. Het lyf der meefte
H o u t - K e v e r - W o r m e n is meer breed dan rond ; en van vooren gemeenlyk.
dikker dan van achteren; waar tegen onze hier afgemaalde Wo r m niet alleen.
eene gantfch ronde bovenvlakte heeft , maar ook doorgaande even dik is..
Daar benevens beftaac hy uit twaalf kleine ringen of leden , waar op 'er
van achteren nog één volgt; die de overigen in dikte en grootte overtreft,
en verfdieiden vouwen heeft, welken aan de middel,- linie- der bovenvlakte.
S s.s 3 ' -le.
• r •-î: