TAB.
XXIV.
416 BESCHRYVING DEI. S P R I N G K H A A N E N EK
al mide nun een Dukaat vm 't ßuk betaakn. IVaar hmt dit groot getal in zv«
een orten tyi mn dmn, en hoe ^crdwynen dezdven zo fihidyK Foor^e L,
hadden FoU-Malzen; bet had kort te vooren een\>einlg gefneetnj; n Zl
doorzocht ,k myn ga„,ßben Tain , of 'er 00k Muizengaun in I L ; iocl Tk «
crgeeneeni mmr zo drade Sneeu^^ gcßmlten was, zag ik 'er zulk eenemeZe
m, dal ik een gantfchen Emmer volMuizen,die doodgebee.en •Mren,begr«f.
neer men ze met -Mer in de gaten te gleten te morjcbyn deed komen , zag menZ
de ouden met banne half'Jiasfm jongen uitkruipen. Na dat zulks mer weekn ,
dmrdhad, bejpeurde men geen eenen Mais meer in de Tuinen, en men vmid w
ool geene dooden; dewyl de tocht voorby -^as , en de o-oergeblmen zo menigvm,
met waren, dat de Katten ze niet konden vernielen ; die 00k, gedmrer.de deze 2
weekcn, met onder dak kwamen, en zo vet werden als of ze genieß warm I,
beide de jaaren bebbe ,k opgemerkt, dat men, uit bet Ooßen en Noord-Ooflen „1
klagten wegens de Mmzen overgefibreevenbad,eer wy zeby ons ontwaar merde,, ,,
naderband hmrden wy diergelyke klagten uit bst Weßen en Zuid-mßen Ook ,'Z
,«enm die ]ßa-en geen Snoek, of by hai Muizen in zyn Maag. Deze asnmerS
hebte ik hier geplaatft, om dat ze my zeer merkwaardig voorkwam. Wat
nu de Vislen betreft, deswegen beboeve ik alleen den Haring aan te haal«,
om overtuiglyk te toonen, dat 'er ook onder dezen zyn, dil heirs«-yze k.'
ken. Zulks van de Vogelen te loochenen , zou belachelyk zyn; echte vi, dt
men menichen die het wegtrekken der Vogelen, zo wel in 't algemeen, a
van de fVachtels en Zwaluwen m 't byzonder, ontkennen. Dan ik houde mv
tot nog aan de zyde der genen, die het Trekken dezer Schepzelen beweeren'
en dewyl ik al dikmaals van eenige Vrienden verzocht ben, om myn eevoeleá
hier Over te uiten , zo zal ik deze gelegenheid waarneeraen.
Aangaande de Wachtejs, Kwartels of Kwakkelen , ben ik van meer dä»
¿en ploofwaardigen perloon verzekerd geworden, dat 'er, omtrent en by
? ""•'^'i'. Sroote menigte Wachtels overkomt,
en dat z,ch alsdan veele arme L.eden naar den Zeekant begeeven, om de
aankomft dezer Vogelen af te wachten. Volgens dat verhall kan men d.
zelven al van verre zien aankomen, nademaal ze met zo-groote zwermen,
f L w u ™ " de oppervlakte des waters, vliegen, dat ze eene dikke Wölk
verbeeiden VVanneer na zulk een Zwerm den oerer bereikt, en op hei
naafte land nederftrykt, dan zyn ze zo afgemat en krachtloos , dat men
ze met de band vangen, of met ftokken doodfiaan kaa Onder dien troep
i^huilen dan ook gemeenlyk eenige jonge Gieren , die insgelyks magt;
iiedervalleii en gevangen wordea. Men voegt 'er ten Jaatfte nog by!
K R E K E L S DZZER LANDEN. M. XXIV. 4 ' 7
„en zo wel dezen als de Wachtels, yervolgens eenige dagen na elkander
Rome te koop brengt; alwaar ze dan zo memgvuld.g fg^"^"
to dat myn Vriend.die my znlks verbaald heeft, 'er een walg van kreege.
S d i e n nu de Wachtels, met hnnne zwaare lichaamen en körte vleugelen,
ov'e Zee können trekken, waarom zou dit den Zwaluwen dan onmogelyk va -
)e„ i^och men ontkent deze mogelykheid jui{l met; maar men beweert alen
datdeZwaluwen, wanneer ze by ons verdwynen niet wegtrekken,
S zieh in holle boomen , in holen, en gaten van dyken, of rotzen, ja
S i n 't water verbergen. Het voornaamfte bewys voor die gevoelen be-
4h daarin , dat men dikwyls in 't Riet gantfche klompen ha f doode Zwalawen
gevonden heeft. Doch zo menigmaal ik d,t bewys gehoord en gelee-
Ten mitsgaders den tyd gade geflaagen hebbe , in welke men dezelven ge-
S e n had, hebbe ikVgemer l t , dat het a k » s of in de Lerne of in dea
Herfftgeweea is; en in ziilke tyden wil ik wel ge ooven dat men ei eenigen
gevonden heeft: maar hier uit volgt geenzms dat de Zwakiwen zieh den
^gantfchen Winter door in diergelyke piaatzen on^ouden. In de jaaren . 29
In 1750. hebben wy zulke warme Voorjaaren gehad , dat de meefte Zwalii
wen zieh a! vroeg in on.e geweften lieten zien; en eerlang kwatnen ook de
Lenaamde Rhyn- of Gier-Zwaluwen, die anders het allerlaatae komen
^ I t de maand van Mai voor den dag. Maar toen hierop eene fchielyke konde
volgde, en 'er zo wel Sneenw als Ys kwam, hadden de Zwalnwen met a •
leen gebrek aan voedzel, beftaande in Infeöen; maar de koude was haar ook
onverdraaglyk; invoege dat men ze deels hier en daar dood vonde liggen an
T i s in 't r L en onder de daken, in hoeken en Winkels, by gantfche nften
ontdekte. Bragt men ze dan in een warm vertrek, zo kwamen zommigen
w,derbyenhedeefden; doch anderen , te lang in de koude geweeft zynde
bleeven dood. Gelyk dit nu veeltyds in de Lente gebeurt, zo kan het ook
indenHerfftgefchieden; vermits de meefte Zwaluwen als dan gaeme m t
Riet flaapen ; maar ik weete niet, dat zulks omt m t midden yan den Winter
is waargenomen. Wat voorts het verblyf der Zwaluwen in t water betreft,
dit dSnkbeeld heeft de Meer Fius c H te Berlyn met de volgende proet-
„eeming wederlegd. Hy ving naamlyk een der Zwaluwen »elken m de
hBizen neaelen , hy deed haar een in roode waterverf gedoopt lint , dat
toXerwt, om den poot, en liet ze toen weder vliegen. Deze Zwaluwen
in't volgende jaar wed.r in haar onde neíl körnende, was 'er de getekende ook
by, en het liiit had nog zyne eigente koleur; het welk zekerljk zo met geweeft
zou zyn, indien de Zwaluw den gantlchen Winter m t water gelegen
hadde. 1-let tot dus ver bygebragte, heeft ook wyle de Heer Paftoor Z o R N ,
in zyne Petinologie aangemerkt •: doch het gene hier nti volgt, heboe ik nergens
geleezen.
• De Hisr Jota« SamnU Hallen beweert tel verlinizsn dezer Tisk-Vogelen vin '» gelsksn; ev:\i-
G g g 3