K R E K E L S DEZER L A N D E N . TAJ. XXVI .
b e v r a d t wordt. Uit zodanig een Ei komt vervo gens sen Worm te wof"
fchvn, die in de Aarde kruipt; en dan, gelyk de Heer de REAUhuu be-^^-vi.
S t die gedaante verkrygt, welke ons de iig. van Tab XXVI. voorfts, ..
L e t i llelt. Docli deze Figuur is getekend naar eene ledige Hulze van zoda-
„L een Worm ; welke ik by geval, in de Verzamelmg der Infeften van een
mviierbeRunitigers, ontdekte; dien ze voor eene foort van Kever mc Itahe
Senden was. Naauvvlykshadikdezelvegezien, of my fchoot te binnen,
dac het waarfchynlyk eene afgelegde huid der Cicade zou weezen; dewyl ze
zo s e l y k was aan de Figuur, die de Heer DE R e a u m u r er van gegeeven
heeft Toen ik van dien Heer verlof kreeg,, om ze mede te neemen, vergeleek
ik ze voorts met de gemeide Figuur van d e R e * . u m u r , en befchou?^
de dezelve wyders tegen die gene welke de Heer Ment z e , . van d.t INFEA
het licht heeft doen zien, in de Epbem. Acad. Nal. Cur. Dcc. II. An. VI. mg.
waar door ik volkomen overtuigd wierd , dat het de laatfle Huid van
een Cicade-Worm was. Ik noem deze Hulze de laatile Huid, om dat dierffilyke
Wormen in den beginne geene Vleugelfcheeden.zo als deze, hebben;
en D E R E A u H D R geeft 'er den naam van Pop aan; dewyl hy alle de Infeften,
die nergens anders in veranderen, dan dat ze Vleugelfcheeden kragen, tea
tyde, als ze Vleugelfcheeden hebben, Poppen noemt. Deze Worm was den
üaden niet onbekend, en de Tettigometra , of Moeder der Cicaden van Arist
o t e l e s , is deze eigenfte Worm, die, Velgens zyne befchryving, eene zeer
kkkere fpyze zou zyn. De hier afgebeelde Hulze of balg, was nog volmaakc
ia alle deelen, behalve dat hy aan den Kop en 't Borftftuk eene opening had ,
daar de gevleugelde Cicade uitgekroopen was. Ook zou ik Indien de Heer
DE R e aümü r my niet bevorens algeleerd had,dat diergelykeWormen zieh
in de Aarde onthouden, hetzelve aan deze Hulze ligtlyk ontdekt hebben, dewyl
-er nog veel aarde aan vafl: zat. Daar en boven geeven ook zyne belade
VoorpooteS zulks duidelyk te kennen, als zynde m diervoege gefteld, dac
men, op derzelver befchoiiwing, terftond befluiten moet, dac ze aan dit Infea
tot dat zelfde einde gegeeven zyn, waarom ze de Aardkevers en Molkrekels
hebben; die, door middel van zulke Pooten, in de aarde graaven, ea
zieh eenenweg weeten te baanen. Hunne verblyfplaat-s is,volgens het zeggeii
van den Heer de Reaumur , zomwylen wel drie voet onder de aarde; en
zy laaien zieh door de grootfte vaftigheid, van de klei niet affchrikken. Voorts
verflaan wy ook uit zyne berichten, dat ze gemeenlyk by de wortelen der
boomen gevonden worden ; waaruit zy waarfchynlyk han voedzel trekken;
mdemaal ze, even als de gevleugelde Cicaden, met een Zuig-Angel yoorzien
zyn, die onder aan 't lyf ligt. De koleur van dezen Worm is bruinactaiggraauw,
zonder merkelyken glans; zyn achterlyf is dik en rond en beftaac
uit 7 leden. Het Voorlyf, waar aan ter wederzyde de Vleugellcheeden duidelyk
in't oog Valien, isooktamelykdik; en doet'er, nevens den breeden
enftpmpen Kop, die eenigzins voor over geboogen is., veel toe, dat de