S P R I N G K H A A N E N EN K R E K E L S . 309
LoctrsTA. IJSUDICA Pjh^rrAT
TAB. V I ,
Terwyl ik nog de Vy« Tab. van dit befchreeven Voorbericht onder
banden had, kreeg ik , onverwacht, een nieuwen voorraad vaa
buitenlandfche Springkhaanen; zo dat ik betzelve nog al met eenige
Plaaten zoude hebben können vermeerderen; maar om dit Voorwerk
niet te lang te maaken, zal ik 'er alleenlyk nog maar eene enkele foort
van aanhaalen. Dezelve is
Een zeer "b^zonder zogenamä Wandelend-Blad\
Ik ben hetzelve door de goedheid van den Heer H E Y D T , bekendTA».vn.
door zyne uitgegeeven nieuwße Geograpbifcbe • en Topographifcbe
Schouwplaats van Afrika en Ooßindien , deelachtig geworden. Die
Heer had, uit het eerfte blad van dit myn Voorbericht gezien, dat
ik aan de wezenlykheid van 't 12. pag. 270. uit de Ephemeridibus
door my aangehaalde Infefl: twyfFelde; en dewyl hy zieh te binnen
bragt, diergelyk een fchepzel gezien te hebben, zo heefthy de goedheid
gehad , van 'er my de Afbeelding van te zenden; voor welke
beleefdheid ik hera hier mede nog openlyk dank betuige. Hy zelf
heeft dit Infeft in Ceilon van een boom zien vallen, het mede naar
huis genomen, en zelve in drieerleie gedaante , naar 't leven , met
koleuren, afgebeeld. Schoon ik nu myne Afbeelding naar geen Origineel
gemaakt hebbe, denke ik echter, dat de van hem ontvangen tekeningen
zullen können volilaan. Ik zou 'er ook de Vierde Afbeelding
bygevoegd hebben; doch de Heer H E Y D T had dezelve maar even
gefchetil, toen de invallende nacht hem verhinderde daarin voort
te vaaren; en des anderendaags zag hy, dat de Mierenzyninfeaniet
alleen bedorven, maar meestal opgepeuzeld hadden. Ook melddehy
my, dat dit Schepzel gemakkelyk af te tekenen was; dewyl het menigmaal
in de eens aangenomen geitalte een geheel uur , zonder eenige
¡¡de Dtth ade Stuk. Rl be -
i i j j '
' T -
V
i
f '