57+ B E S C H R Y V I N G
.'7'
H
i
• • I
'iii
T.,b. X. ook een.gen daar het in 't groenachtige fpeelt. Voor 't orange i» dit Achterlyl
mec I t y « ha.rijes beze:, die iiuonderheid aan deszelfs Itompgefpitae
e>nde het du.de ykfte gezien worden. Het voorlte lid , waar dooThe Ac^h!
erlyt mec het BorlMuk vereenigd wordt, is gantfch zwart, Over hetzel.e
liggeii twee fchubbenvormige plaatjes. die eigenlyk tat liet Voorlyf der Vlie'
g e behooren; en welken, volgens liet gevoelen van zommigen, het fuizen en
bromraen dezer V I.ege ,n luare v l .cht , zouden veroorzaaken Onder dezei
fte I nV. ^ f ko l ^ n v o rmi g deel, of een op een
i l e e aaande roid knopje verborgen. Aan 't Voorlyf of ßorftliuk is niets
blaamv te befpeuren, maar 't heeft eene afchgraa.iwe grondvervve; die OD de
b o « n v l a k t e in de lengte , met zwarte ilreepen doortSogen, en hier en daar
met hairtjes bezet is; waar onder de zes zwarte Pooten , en ter wederivde de
twee doorzichi.ge, met verfchillende koleuren,gelyk een Regenboog fchemer
e n d e , en met zwarte äderen doorweeven Vleugels, hunne inleding hebben.
§• 9.
N a dlt alles blyft ons dejvop dezer Vliege nog ter befchouwinge overig;
en dezel™ leyert ons verlcheiden opmerkenswaardige byzonderheden. De
beide roodbruine oogen maaken deszelfs grooiile deel uit, gelyk by andere
dierge yke foorten van Vliegen. TuiTchen dezelven ontdekt men een Oker!
geel Voorhoof^d ; en daar onder draagt de Vlieg zodanig een Slurp , om te
2u.gen en te likken, als men menigmaalen aan de gemeene Huii-Vliesen
wa?.rneemt; en dien men gemeenlyk nooit anders te zien krygt, dan wanneer
d e Vheg denzelven uufteekt, om allerhande vochtigheden, die haar tot voedzel
dienen, opteflnrpen Op dat wy dit alles aan dezen Kop naauwkeuris
n«. mogten befchouwen, hebbe ik denzelven in de by vergrooting afgeoeeld.
Deze iMguur geeft ons reets duidelyk te kennen , dat de beide
oogen geene gantfch gladde oppervlakte hebben , fchoon het ons op 't eerfte
a a n z i e n z o y o o r k o m e ; maar dat dezelven Net-of Tralievormig zyn ; dan in 't
vervolg zullen wy ontdekken, dat 'er iets meer dan enkel dieTralieachtigheid
aan te belpeuren is. AI wat men nu tiißchen en onder deze cogen ziet en 't
ovenge yan den Kop uitmaakt. beftaat in de volgende deelen. Van 'onderen
, in t midden, vertoont zieh een ftomp deel, het welk een ftuk van den
gemclden Slurp is. Ter wederzyde zitten twee andere deelen , welken men
voor een overd«'ars ftaande Tanggebit zou aanzien ; maar dezen zyn 'er al-
Jeen ter beichermmge van den Slurp, en dienen daar toe des te-meer dewvl
ze zo wel van buiten als van binnen met hairtjes bezet zyn; waar van'de binnenften
dik en zwart, doch de buitenile tederer en briiiii zyn. Tullchen dez
e beide deelen ontdekt men, boven het uiifteekend ftorope deel des Slurps
eene verdeelde Lip, die Oratije-geel is; en boven deze zyn, in 't midden
vao
V L I E G E N EN MUGGEiV. Tai. X.
S7S
van den Kop twee kleine kogelronde knopjes, waar aan twee Tongvormige TU. X '
g aauwe deelen der wyze geheeht zyn, dat de Viieg dezelven beweelen könne
, doch waann derzelver nuttigheid beftaa, weete ik tot nog toe n ief t e mel
¿ m e l d e t " ' hu n n f inleding aa^de
S worden^i^^^^^^^^ inl eding eenigzinf breed;
h ^ l ^ ™ » >! ® ™ « h i n d e r e n aan 't einde tofop de fyn
S He ver^,; f tede r e hairt^s voor-
¿len.^ Het verdere Okergeele deel des iiops heeft, in 't midden eene verhebben
V^'rt deze
d e Itaan, en leder op een byzonder zwart knopje zitten *.
§. 10.
waarby Ik erinneren moete, dat men hetzelve gemaklyk^aan eene Vliegta
i s i S
e n
D d d d 2
KLEEMÄNiV,