TAB.
XXIV.
P ^ ' i
B E S C H R Y V I N G O 405 E R S P R I N G K I - I A A N E N E N
• N ^ ' ^ i r T ' v t ^ ' f f ; HaarlemmerCourrnt
" • 4 - van tjaar 1747; waar in ik onder anderen het vofeenrlp 1« V,
Ipjn van den 3. Oaohr hcof, mc. uit Edenburg, f
J'/r Orcadifche EUandm naar Nooriegen ml,
M u eer.e ongelmflyke emreis, mnnea wy Polen of Hon^arym ßech l vZ f
ene n,eye ieflond, dat men geen treieop be, Feld km doen , JJerTn SprkA
haan op te jaagen • maar, ,hmyl ze na drie dagen wmig meer L ZTwt
« I ä I : "i % di^ betriebt zonä hy .bT ;
gelylc de voornoemde Eierk ompen , benevens twee in RranHp,,,,,,, k ^
- e t Z r a befcho^r c7i zaT";-
ftond, dat het juift die waren, welken ik ai lang voor de fchadelvke Snrin, '
Sdenn ^ Hdo^chi fre"d.^e™rt ' 7 j a a r e"n" niet meer ge z i en hLada.n dEi tcrhetee k /zeang kiekl vToiunk 1s "2 ° :
i Ä j Landilreek,- en fchoof ze W t
dien tyde, doorhun fcherp gezicht en fnelle vlucht,oitweeken,ontdffiz.
Bogtans wederomm OSoier ; en was niet weinig verwonderd dat z e l
de ingevallen koude rächten, niet reets vernield waren. Op dien tyd fteU
ik alle moeite en poog.ngen in 't werk, om 'er met myn Netie e e n L T t e ™
V r " : . T' ' " en des andirend fgs I nrf
w erd® n' Ge f l a cht en, zo dat ik toen in ftalt S u
s. 2.
ttäfSt'h^ri' we r e n t k f T r k-Spr Jgl
»an die we k ^ f k R ""^' " " 'erheid waren ze volkomen gelyk
aan die, welken ik uit Bremen ontvangen had. In 't faegin was ik voorneeii™.
üok
K R E K E L S DIZER L A N D E N . Tai. XXIV. 407
„„k del-liftorie der Heirtochten, waarin ze, menigmaal. m Europa geko- T.^
m t zyn, by hunne befchryving te voegen; maar toen my de befthryvingen xxiv.
" ¿ dirinfea hetjaar te vooren uitgekomen, bekend werden • zag ik dat
S s ¿rede van anderen, en voornaamlyk van den Heer R a t h l e f gei
n wasT ^o datik den nieuwsgierigen Leezer daar heen könne wyzen, en
S alleen behoeve te melden,wat ik aan deze Sprmgkhaanen waargenomen
hebbe.
5-3.
De X X I m . vertoont ons dezen Trek-Springkhaan, in drie Figuuren,
i„ zvne natuurlyke grootte. In de 1»= Fig. is een IMannetje en m de een r.
WYli^zittende afgebeeld. Het Mannetje is niet alleen lets kiemer, maar 00k =»
tos fmallervan\chterlyf; doordien het Wyf je, nog geene Eieren gelegd
S e n d ™ 'er menigmaal 150 by zieh draagt. ßehalve dit, zyn ze 00k nog
0 de "che den, door de aan 't laatile lid van 't lyf zittende 1 eeldeelen met welta
het even zo gelegen is, als met de andere foorten,die voorheen befchree.
v n z n l welker Wyfjes geene Legpyp hebben Voor 't overige is dezc
Sorinekhaan 00k de grootfte van alle de foorten, die in onze geweften gevond
S worden; invoege, dat hy zelfs die van Tai. VlU. en XI. m grootte Overt
r e f r r ik reken deze Schepzelen 00k onder onze Spriiigkhaanen; nademaal
ZV tioepswyze in Europa körnende, zieh ook naderhand onder ons voortl
' n t e n S o n men ze'zelden, en flechts hier en daar enkelvoudig ontmoefe
des niemand zig behoeve te verwonderen, dat 'er boven onze Plaat Loc^
ßatZZ üJ. De Sprieten zyn aan ^ e z e T r e k - S p r i n g k h a a n
Klvking met de beide bovengenoemden, zeer kort, en met veel langer dan
• duim De Kop daarentegen is zeer dik en groot, en aan zyne ronde voorvlalue,
even als aan de Vreetpunten , vleefchverwig. Aan leder ^yde «m
• De befcliiwinem, die ik 'er van gezien hebbe, zyn de volgende •• Mriiethethgia, of iiifto.
X L X m » «er de Spnngkbaanen in Sikzii van 't ]aar 1748. door Dr Ctuff.
i f i Z " / : S d /an de K e i i e r I .Vy l . . Acai. N.,. Curiof. Breslau by Job. Ja=. Korn. m 4t<.
^Te^r^'t'^J^fstrinlBaan^n, inzonderl,eid des tegenwoordigen jaars 1748. Te Drese
e . L e S b e r d e r NaauTtade, me. eene kopeien Plaa. waar op de .
byzondete foorten van SpriBgkliainen vertoond worden. Leipzig by Wolffg. Heinr. ¡.chonemarck,
1748. 410. Ff f a