p
S i v ä i iJ'it:
3G8 VOORBERICHT TOT DE BESCHRYVING DER
TAI. VI. koraen grootte te verkrygen. In de Afbeelding hebben w y denze!.
ven niets vergroot , en echter is hy nog aanzienlyker dau een
Springkhaan van onze Geweften. Deze foort behoort onder dat
flach , waar van het Wyfje met eene legpyp voorzien is , welke
zieh hier taraelyk lang, en eenigzins opwaarts geboogen vertoont.
D e algemeene grondverwe van dezen Sprinkhaan is oker-geel;
doch aan 't achterlyf vind: men dezelve iets bleeker of helderer,
dan aan de overigen. Hat achterlyf van dit Infeft ziet 'er zeer
dik en opgeblaazen uit; en door hetzelve loopen, naar de lengte,
drie breede en donkor. briiine ftreepen , waar van de eerfte boven
Over het midden van den rüg gaat, en drie reien zwart.bruine
fpitzen heeft; welker middelfte rei de grootfte is. De beide andere
flreepen , ter wederzyden , hebben even diergelyke fpitzen,
ftaande in dezelfde orde. De Kop is aan deze foort meer rond
dan langkwerpig , en zo zyn ook de oogen ; die voor 'c overige,
Hevens de Sprieten , en 't werktuig des Gebits, eenerleie koleur
hebben. De bovenvlakte van 't voorlyf, als mede van den hals,
is hier in van anderen onderfcheiden , dat ze in twee andere
platte vlaktens verdeeld wordt, welken van rondsoin met veele
fcherpe fpitzen, van ongelyke grootte , bezet zyn. De grootile
dezer vlakte is verhevener en breeder dan de kleinere, en de fpitzen
, die aan haar half ronden rand ftaan, zyn achterover geboogen,
onder welken de twee laatften ook de grootften zyn. De halsvlakte
heeft niet alleen wederzyds diergelyke fpitzen, maar ook van vooren
naar den kant van den hals; doch van achteren ilaat 'er flechts eäi
paar. De overige huid, tulTchen deze fpitzen, mag meerruiiw, dan
I glad genoemd worden. Het dünne en langfte deel der fpringpooten
is ook met twee reien van vry groote ileekelfpitzen voorzien ; en het
bovendeel heeft , boven by het knielid, een, en van onderen twee'
zodanige fpitzen. Aan't middelfte paar Pooten, en derzelvertweede
lid, zitten van boven insgelyks twee, en van onderen ettelyke
kleiner fpitzen; welke laatften ook aan de voorpooten te zien zyn.
•1 ^
§• 44.
,,1:
if