: ...áil
L Í ,
^••"i' ^ 1.,
Kvi;
l ; L
TAB.
x x v n .
Leu. p.
Leu. 0.
Leu. s.
438 BESCHRYVING der SPRINGK HA A N E N EN
eil die het bovenile gedeelte uitmaake. Indien meuDudeze eind • fpirfe I i
weinig dnj^kc, kernt'er eene harde haak y, uit te voorfchyn, vvaarmede he
« Swn^rdh' e^yP' vallhouL wdke hier m
enkelvoudig, doch by ae kleiner foonen diibbel is. Achter die haak venoo
nen z:ch by 5 twee kleine geeluchiiga Wratjes, die met körte L i an b^
groeid zyn : en , ind.en men dan nog verder voortgaat met drukken, zo könnt
er emdelyk van onder de gemeide haak eene pyp te voorfchyn, die aa
derer van kolenr is, (zie „.) v,aar uit veYder een ftomp vleefchi^ie 1
gedrukt kan worden. Dit nu is eigenlyk het 'leeldeel, dat in de Tu
by Lett in zyne volkomen grootte en kromte te zien is; doch op die wi
ze heeitde Heer DE REAUMUR zulks niet vertoond. P "'e «y.
§• 19.
't Is wel waar, dat de Ouden , als boven gezegd is, veelal gemeend heb.
ben, dat de Ccaden uit de aarde voortkwanfen; maar dat ze evenwel nie allen
van dit gevoeien geweeft zyn, en dat men ook iets van derzelver paarig
geweeten heeft, leert ons ARISTOTELES ; daar hy, gelyk ook Jede glmeld
IS den Qcaden - W o rm voor eene lekkere fpyze op|eeft; want hy zegt
da de Qcaden zelven tot fpyze gediend hebben ; en dat'men, v L de
P a a r i n g , de Mannetjes boven de Wyfjes gefchat heeft; om dat de Zaad.
vaatjesnog met geledigd waren; doch dat men na de Paaring de Wvfe
om de bevruchte üieren, voor eene lekkerer fpyze hield Wyders heeft
de
' t r tou ITciry'S' '"' ' ' ' ' ' ' '"f'»"'-' E=rde Smkje. f e . 58.
^i? Ho'xl™, • 'S«! gaarae Krekels eetcn. Mdruanius Iiadt op zyne bnitenplaats een
„ Wem leefie, 't welk allen, die zyn Meeller hetzelve gaf, greetig InfoeJ Dkßrelte hipS
„ -er zo veel vai,, dat zo dikwyk een der bedienden „aa?', Veld gl g hy d e S e n voMe
„ en blyvende ftaan onder de boomen, alvvaar de Krekels lüffig zon|en, zyfgeleide?dorn d^
volge°nde.°""' ^^ ^7. va), de Cicaden rpreekende , nog 1«
r i r ? ' ® ' ™ naar de Krekels. De Heer Piaer Belm, beroemd
„ Geneesheer, gebooren m het gehnelit To^detiere aan de Maine, In 't iaar ,518, en door
" ^ n ™ T f 7?« ™ c™ Eoekdeel met ikarneeml, gen OKr
" I t f i . welken h, op zyne reizen door Judea, Egypten ,Aea.
" t 'h f J T'^^r'!!'''''', ' " i - Waameemingifbericht l,y
„ ons dat de zonderlinge fchoonhe.d van dien Vogel, dien de Namralillen Wespen Eeter noemei
„ om dat by van dezelve zyn yoornaamUe voedzel beeft, en welke Vogel \i.Vrm,knk geheel
- - „ nier,
K R E K E L S DEZZR L A N D E N . Tab. XXVII. 43?
de Heer DE R EJ0 MUR alle mogelyke moeite aangewend, om de Wer- Trumen
uit de liieren, die door de Cicade op eene reis gelegd worden , te XXVII.
zieii voortkomen; en toen hy ze eindelyk onder 't oog kreeg, fcheen het
hem toe, dat 'er eene tweeerleie foort van VVormen was. Zommige wa- •
ten wit, zonder pooten , en met twee geele tanden voorzien; de anderen
waren ook zeer wit, maar hadden zes hooge pooten; in gellalte kwamen
zy veelal met de Vlooien overeen, waartegen de anderen langwerpig rond,'
en den gemeenen Wormen gelyk waren. In 't begin dacht hy , dat de
Wormen, die geen Pooten hadden, alleenlyk daarin van de anderen verfchilden,
dat ze die nog krygen zouden: maar naderhand zag hy, dat ze van
een gantfch ander Infeil: af komilig waren, en wel van dood • vyanden der Cicaden;
want zy veranderden eindelyk in Sloip - W e s p en j waar op hun de
joiige Cicade • Wo rme n tot voedzel moeften dienen.
§• 20.
By aldien wy ANACREON en verfcheiden andere Sehryvers gelooven
willen, zo geneeren de Cicaden zieh van den Daauw; maar als men den
Ziiig-Angel befchouwt, met welken zy voorzien zyn, en waar van hier boven
in 't voorbygaan gefproken is, komt men welhaaft tot andere gedachten.
De 1+''° l'ig. vertoont dezen Angel by vergrooting, welke by de Man- Fig. 14,
netjes en Wyf jes eveneens is. Deszelfs bovenile en dikke deel, waar msde
hy onder het verheven en byna pynappelvormig zwarte deel van den
Kop vail zit, wordt door 11. aangeweezen : daarop volgt de lange An- Lett. 11.
g e l , welke doorgaande van eene gelyke dikte is , en eindelyk by 11 in u u . n.
eene ilompe fpits eindigt; alwaar ook zyne geele koleur in eene zwarte
verändert. Dan dit is bepaald gefproken de eigenlyke Angel nog niet,maar
wel de fcheede, waar uit men den Angel zelven, zonder veel moeite, te
voor-
„ niet, en in ItaUen weinig, maar veel op het Eiland Kreta gevonden wordt; hy bericht ons,
„ zeg ik, dat de zonderlinge fchoonheid van dezen Vogel de kleine Jongens van bot geraelde
„ Eiland aanfpoort, om denzelven met Krekels te vangen, gelyk zy de groóte, Martinen ge-
„ heeten, doen.
„ Ten dien einde lleeken zy een kromine Tpeld, in de gedaante van een Virchhoek, dwars
„ door het lii^haam vaii de Krekel , waaraan zy eenen draad vaft maaken, daar zy het eetie
„ einde van in de band honden. De Krekel dus gepriemd en vallgehouden , laat echter met.
„ na in de lucht te vllegen, en zo dra de Wespen Eeter haar bemerkt, koomt hy met een fael-
„ len vaart op haar neder, en llokt de Krekel al vliegende op, maar de kromme fpeld hondt
„ hem, door middei van den draad, vaft, en hy is dus, zonder dat hy gevaar konde vreezen,
„ gevangen. Deze fpeld doodt derlialven en de Krekel en den Wespen Eeter &c."
K L E E M A N N .
K k k iä
• : .].>. Ii
T
| L I L :
m