LOCUSTA Gü r m a n i c ^ .
K R E K E L S DEZER L A N D E N , m XXIV. 4a I
'flvm waarmede zy dezelven overtrekkeii, 00k aan andere lichaamen; voorts Ta^
tebbe ik de Eierklotnpeii , welken ik op Tab. XXIV. afgebeeld vercoone,""'
•' ' in diervoege uit Bremen ontvangen. Men kan iny wel tegenwerpsn,
dat de Springkhaanen, van welken deze klompen gekomen zyn, hunne
Eieren in diervoegen gelegd hebben; om dat de Heer I M E L M dezelven'
in eene Doos bewaarde ; maar dat ze die mede op gelyke wyze aan 'c
»rasleggen, heeft de Graaf Z I U N A N I , in deszelfs Traktaat Delle Uova e
dii Nirli digli Ucein &c. aangemerkc. Echter wil ik gaerne toe.aemmen,
dat zulks zo gemeen niet is; en dat de Springkhaanen raeer gewoon zyn
hunne Eieren aan de aarde te v-ertrouwen; inzonderheid dat gedeeke derr
zelven, dat ze het laatfle leggen.
V^erfcheiäen hmtenlandfche fwrun -oon Cicaden.
S. I .
De buitenlandfche en vreemde foorten van Kevers, welker Befchryving TAB.
en Afbeelding, in 't Voorbericht tot de eerlle Clasfe der Aard-Revers,
onder "t 00g gebragt zyn , mitsgaders de Springkhaanen, en andere
Infeaen,door zommigen ten onrechte voor Springkhaanen uitgegeeven,hebben
de Liefhebbers myner Nanairlyks Hiflorie der Infeäen zo gunflig aangenomen,
dat ik het onnoodig oordeele, my , wegens deze op Tab. XXV. XXVI.
XXVII. afgebeelde vreemde Schepzelen, op nieuws te verontfchuldigen: dewyl
ik hoope 00k hier door myn Werk des te aangenaamer te maaken. Deze
Cicaden, ik beken het , behooren noch tot de Springkhaanen, noch tot de
Krekels, en by gevolg ook niet tot deze Clasfe; want zy maaken geen geluid
met hunne Vleugslen; ook hebben ze geen overdwars opengaand Tanggebit,
en ze zyn daar benevens van geen Springpooten voorzien. Maar vermits ze
gemeenlyk Springkhaanen en Krekels genoemd worden, bovendien een trillend
geluid, gelyk dat der Krekels, laaten hooren , en ook niet wel onder eene
andere Clasfe gebragt können worden ; zo hebbe ik beflooten, dezelven in
deze Clasfe te piaatzen , en te befchryven ; te meer, daar we reets eene andere
foort van Cicaden, onder den naam van Schuim-Worin, hier boven befchreeven
en afgebeeld hebben *. VVy zullen dezelven dan , benevens het
zeld-
* De Schuimwornien , de Cicaden en de Lantaarndtaasers zyn 20 zeer verfcliülende, van d e
Springkliaaiien, dat h y , die dezelven onJer eene Clafle wiide brengen, een groo:eu dooiweg
äJe iJejÄ ade J w i . H^ h