E E S C H R Y V I N G de»
Täb. I. kend zwart-bruin van koleur zyn. Na dat ze tien dagen in da aarde gelegen
hebben, kruipen 'er de jonge Maden uit; doch de oude Muggen leeveu zelden
20 lang, tot dat de jonge Muggen te voorfchyn komen.
Bejcbryving van de xo lekenäe als kßige V i, o o.
§. I.
Tii. II. T " jaare 1748. is hier te Neurenierg, even als op andere piaatzen in
X Europa, een zeldzaam Dier te zien geweefl:, waar over veele menfchen,
die het zagen, zieh niet genoeg konden verwonderen. Dit Dier was eigenljk
een Rhimceros, of Neushoorn , van 't Vrouwlyk gedacht; wetke, volgens
het getuigenis der Omleideren, toen p jaaren oud was. Het had eene lengte
van 12 voetenj in den omtrek eene dilite van even zo veel, en eene hoogte
van 5 voeten. Voor 't overige was het een plomp en onbefchoft Dier ;
dat, uitgenomen den Hoorn op zynen Neus, niets byzonders aan zieh had;
dan de dikke huid, die aan 't zelve genoegzaam tot een harnas diende; en zo
i t y f was, dat ze het Dier in de beweeging zeer gehinderd zou hebben; indien
de voorzichtige Natuar dezelve niet met verfcheiden plooien en vouwen had
voorzien; in welken de huid gantfch week is; dat de beweeging des Diers dus
te gemaklyker maakt. Dit is, myns oordeels, het verwonderenswaardigile
geweeft, dat -er aan was. Hoe klein nu ook , ten opzichte van dit Dier,
eene Vloo zy; zo vinden wy echter aan dezelve veel meer 't geen wonderbaarlyk
is; wanneer wy ze met aandacht door een Vergrootglas befchonwen.
De volgende befchryving zal zulks zonneklaar toonen ; nademaal ik daariii,
iiiet alleen van haare uiterlyke geilalte en deelen > maar ook van haare
verandering en voortteeling ^¡reeken zal.
S. -2.
Veele Liefhebbers zulien zieh waarfchynlyk verwonderen, dat ik dit Tnfeä,
onder de Verzameling der Vliegen en Miiggen, piaatze. En 't zal hun
te vreemder voorkomen, om dat het tot die Infeflen behoort, welken van de
Natuurkundigen onder eene byzondere Clasfi; gebragt, en, om het gebrek
aan Vleugelen, Aptera genoemd worden. Maar ik kan, in dit tweede Deel
myner Hiflorie der Infeften, zal het eene gelyke dikte met het eerile liebben,
zodanig eene Clasfe niet wel maaken. Daar benevens diene ik, om aan het
Vet-
M j j s c a r ü m a t q u z C u l i c u m Ta.h.11.
m w p ) ^ ^
L £ ^ -
J. Jioyil Jicrt et ,