
 
		tuurkunde  over  het  algemeen,  zonder  betrekking*  
 tot  willekeurige  ftelzels,  enkel  naar  algemeene  
 menschlievende  grondftellingen  zoude  daar  Hellen  
 ,  dat is,  eene Reisbefchrijving  zoo  als  der geleerde  
 waereld  nog geene  was  aangeboden  en men  
 onthield  zig  op  de  edelmoedigfte  wijze  van  heni  
 bijzondere  regelen  voortefchrijven. 
 Naauwlijks  waren  ’er vier maanden,  zedert  zijne  
 terugkomst,  verloopen,  of hij bood denKoning  
 de  eerflelingen  zijnes  arbeids  aan  in  zijn  boek  over  
 de Planten  in de eilanden van  de  Zuid - zee.  Hierop  
 maakte  hij  zijn werk  van  de  Reisbefchrijving,  het  
 hoofdwerk,  dat men  van hem begeerde.  Eerst wilde  
 men dat hij  uit zijne eigen  en  cooks  dag-registers  
 Hechts  een  enkel  verhaal  zoude  zaamenftellen,  
 waarin de gewigtige vtaarneemingen van eenen ieder  
 van  hun,  aan haare  plaats  en,  tot  onderfcheiding,  
 op  eene  bijzondere  wijze  getekend  zouden  zijn 5  
 maar daarna  veranderde men  van  zin,  en wilde  nu  
 elk  dag-register afzonderlijk  laaten  drukken.  De  
 Lords  van  de  Admiraliteit  beflooten  de  Reisbefchrijving  
 met  eene  menigte  plaaten  te  verfieren ,  
 die  naar  de  tekeningen  van  den  fchilder,  welke  
 mede  aan  boortf  geweest  was,  zouden  gefneden  
 worden  en  fchonken  alle  de  kosten  van  het gra-  
 veeren,  meer  dan  twee  duizend  ponden  fterling  
 bèloopende,  kapitein  cook  en  den  Heer  forst  
 er.  elk’  vooreen  gelijk  deel;  daar  wierd een  
 verdrag  tusfchen  ben  beiden  gefloten  en door  den 
 Graaf 
 yst 
 Graaf  v an   s a n dwi c h   ondertekend  ,  waarin  
 aan  elk’  zijn  deel  in  de  befchrijving  wierd aangewezen  
 en  waarin  het  gefchenk  van  de plaaten  aan  
 eenen ieder van  hun  van  de  zijde  der Admiraliteit  
 verzeekerd wierd.  Ingevolge hiervan  leverde  for*  
 s t e r   den Grave  v a n   s a n dwi c h   eene  tweede  
 proeve  van  zijne  Reisbefchrijving,  maar zag ook  
 deeze,  tot  zijne  verwondering,  afgekeurd.  Eindelijk  
 wierd  hij  gewaar  dat,  wijl  men  in  het  bovengemeld  
 verdrag  met  opzet het woord  befchrij-  
 ying  of verhaal  vermijd  had,  hij  niet  gerechtigd  
 was  eene  aaneengefchakelde  Hiflorie der  Reize  te  
 fchrijven  en  men  kondigde  hem  uitdruklijk  aan  
 , dat hij,  op  verbeurte  van  zijn aandeel  aan  de plaaten, 
   zig  fliptlijk aan  de  letter van  het verdrag zou  
 hebben  te  houden.  Schoon  hij  nu  altijd  gedagt  
 had  dat  hij  hoofdzaaklijk  gezonden  was  om  de  
 Reis  te befchrijven,  fchikte  hij  zig  paar dat  voor-.  
 fchrift  en  bepaalde  zijnen  arbeid  tot  enkele wijs-  
 geerige waarneemingen,  om  zijne  familie  niet  van  
 dat  aanzienlijk  voordeel  te  verfteeken;  hoe  veel  
 zelfsverloochening  hem  deeze  flap  ook  gekost  
 had ,  bleef  dezelve  egter  vru^tloos;  Men  verwierp  
 zijnen  arbeid  ten  derden  maale  en  ontnam  
 hem  eindelijk  het  beloofde  recht  op  de  koperen  
 plaaten  geheel  en  al.  Veelligt  wilde  men  hem  
 door  deeze  bejegening  doen  gevoelen  dat  hij  een  
 vreemdeling was;  veelligt  vond  men,  zelfs  in  de  
 weinige  aanmerkingen,  die  hij,  fteunende  op het 
 ver