
fchen. De geheele grond is onder de hoornen
met mos en varen bedekt, van welke ’er eene
groote verfcheidenbeid is; maar buiten de Vlas- of
hennïp - plant, en enige weinige andere planten,
zijn ’er zeer weinige kruiden en wij vonden geene
die eetbaar waren dan omtrent een handvol water*
kers en omtrent dezelfde hoeveelheid celerij. Da;
de Donkere Baai in den grootften overvloed heeft
is viseh; eene floep met zes of agt mannen vong
met de hoek en lijn alle dagen genoeg om ai het
fcheepsvolk te fpijzen. En de verfcheidenheid
is bijna zoo groot als de overvloed, en zelfs van
die foorten ais aan de noordlijker kust gemeen
zijn; maar fommige zijn beter van hoedanigheid,
bijzonderlijk de kole-viseh, gelijk wij hem noemden
, die grobter en fijner van fmaak is dan alle
die ik te vooren gezien had en die, naar gedagten
van de meefle aan boord, de grootfte lekkernij
was, welke de zee ons opleverde. De fchulp-
yisfehen zijn mosfelen, kokhaanen, mantels en
kreeften en veele andere foorten , alle dezulke als
op veele andere deelen van de kust gevonden worden.
De eenigfte tweeflachtige dieren zijn zeekalven.
Deeze worden in . groote menigten om*
trent deeze baai gevonden op de kleine klippen en
eilanden aan de zee-kust.
Wij vonden hier vijf verfchillehde foorten van
eend - vogelen, fommige van welke ik mij niet
herinner ergens elders gezien te hebben* De
groot*
rl.xxin?