ègter de zwaare zout - deeltjens in damp opgelost efli
in de lucht opgeheven kunnen worden, mogen de
Wijsgeeren uitmaaken. ' Daar zou ondertusfcheii
voornamelijk te onderzoeken liaan o f niet de veelvuldige
dierlijke zelfftandigheden, die dagelijks in de
zee verrotten, eene, tot verklaaring van dat ver-
fchijnzel, toereikende menigte van vlug loogzout
voortbrengen? De groote hitte tuSfchen de Keerkringen
fchijnt het z e e * zo u t-zu u r, dat zig in zout
water zoo wel als in keuken - zout onthoudt, vlug te
maaken; want men heeft opgemerkt dat, bij voorbeeld,
aan doeken, d ie , in opgelost loogzout gedoopt,
over de gewoone zout-pannen gehangen
Worden , zig in korten tijd krijstallen van een midden
zout aanzetfen, die uit zout-zuur en dat loogzout
, met welk de doeken te vooren waren bevog-
tigd geworden, beftond. Hieruit fchijnt te volgen
dat het zee-zout-zuur door de hitte van deeze flree-
ken vlug gemaakt wordt èn alsdan, ih de dampen
van de lucht zijnde, de oppervlakte van ijzer en (laai
aangrijpt; voor het menschlijk lighaam egter, dat
door de hitte van het heete aardrijk zeer verzwakt
Wordt, moet dit ongemeen voordeelig z ijn , in zoo
•verre het , bij het inademen, de longen verfterkt en
door zijne zagt zaamentrekkende werking op de huid
de al te groote uitwaasfeming voorkoomt. :
B la d z . ia ( 4 ) . De kommandant van Si. Jag c
gaf ons enig naricht van deeze eilanden. a N t o -
H io NOLLi, waarfchijnlijk dezelfde , die door
andere ook a n t o n i o t t o genoemd wordt, een
Genuees, die bij Don h e n d r i k , Infant van Portugal,
in dienst was, ontdekte, in het jaar 1449»
enige deezer eilanden en landde op den eerften Mejr
Ci; ’; ' ;*;§..... ' - " ’ || " ' ’ ; “ pp
Dp een derzelve, die o o k , ter eere van den dag van
deszelfs ontdekking, den naam van Mayo kreeg.
Hij zag te gelijker tijd S t. ago. In het jaar 1460
wierd ’er weder eene reize daarhenen ondernoomen,
tOm ’ er bezit vaft te neemen, eene volkplanting op
dezelve aanteleggen en zig ’er vast neder te zetten,
bij welke gelegenheid ook de andere eilanden vol-
koomen ontdekt wierden. St. Jago is het grootst
en omtrent zeventien mijlen lang. De hoofdrad van
denzelfden naam ligt binnen ’ slands en is de zetel
Van den Bisfchop Van alle de Kaap * Eerdifche E ilanden.
Dit eiland is in elf kerfpelen verdeeld, van
welke het volkrijkfte omtrent vier duizend huizen bev
a t , zoo dat het, over het geheel genoomen , maar
liegt bevolkt is*
Porto-Praya ligt op eene fleile rots, die wij langs
een kronkelend pad opklómmen. Aan de zee - zijde
beltaan de vestingwerken uit oude yervallen muuren
en naar de land-zijde flechts uit opgeworpen losfe
Iteenen, die naauwlijks eens halven mans hoogte bereiken*
Digt bij het fort ftdat een tamelijk aanzienlijk
gebouw, dat eene nmtfchappij van kooplieden
tè Lisfabon toebehoort, die een uitfluitend oélrooi
van handel óp deeze eilanden hebben en tot d.at einde
hier eenen agent houden, die den armen inwoo-
neren de eflendigfte waaren tot Ongehoorde prijzen
verkoopt.
S t. Jago heeft weinige inwooneren; zij zijn van
tniddelmaatige grootte, lelijk en bijna gantsch zwart,
hebben wollig gekroest hair en uitfteekende lippen ,
in kort, zij zien ’ er als de lelijkfte Negers uit. De
fchrijver van de Wijsgeorige nafpeurmgen over de
Amerikaanen, de p a u , fchijnt het voor uitge-
tnaakt te houden dat zij van de eerfte Portugeefche
P 4 volk