fche mijl naar den wal branding ziende, peilden
wij en, Hechts agt vademen water vindende, loefden
wij terftond af, kreegen dieper water tot vijftien
vademen, lieten het toen weder afvallen, en
hielden het weder langs de kust. Van 39® 50' tot
39° Zuider Breedte zagen wij geen land, maar
hadden eene regel maatige diepte van vijftien tot
dertig vademen. Toen wij noordwaarts aan {levenden,
kreegen wij weder land in het gezigt op
omtrent 39 graaden, waarna wij onzenoordlijke
koers verlieten, alzoo wij den grond zeer oneffen
en op enigen afftand liegt water zagen. Ik geloof
dat het eene zeer gevaarlijke kust is om te naderen.
De kust van de Avontuur - Baai tot de plaats,
van waar wij het naar Nieuw - Zeeland begonnen
te zetten, ligt in de rigting van Z, | W. en N. \ O.
omtrent vijf en zeventig mijlen, en ik' ben van
gedagten dat ’er geene ft raat tusfchen Nieuw-
Hooiland en Van D temen s - Land is, maar wel
eene zeer diepe baai. Ik zou nog verder noordwaarts
geftevend zijn , maar de wind fterk uit het
Z. Z. O. waaiende en het zig laatende aanzien dat
hij naar het Oosten zoude omloopen, wanneer hij
regt op het land aan zou gewaaid hebben, vond
ik het raadzaamer de kust te verhaten en naar
Nieuw - Zeeland te ftevenen ( O -
Na dat wij Fan Diemens-Land vaarwel gezegd
hadden, hadden wij zeer ongeftadig weder,
L 5 met