
 
		Ter  opheldering van dit  kort verflag  van de  ver«  
 fcheiden  ontdekkingen  in  de  Stille  Zuider Atlanti-  
 fchen  en  Indifchen Oceaan  gedaan,  voor mijn  vertrek  
 op  deezé  tweede  reis,  welke  nu  het  algemeen  
 wordt aangeboden,  heb  ik  op de  algemeens  
 kaart,  die  hier  bijgevoegd  is,  de  koerfen  van  de  
 meefte  Zee-vaarers  afgetekend,  wijl  zonder  dat;  
 dit  kort  bericht  niet  zoo  gemaklijk  zoude  te ver-  
 flaan  zijn. 
 De  Reizen  van  de  Heereh  d e  s u r v i e l e ,  
 k br güël en  en  m a r i on ,  van  welke  in  het  
 volgend  werk  enig  verflag  gegeeven  wordt,  zijn  
 niet  tijds  genoeg  tot  mijne  kennis gekoomen  ons  
 mij  van  enigen  dienst  te  zijn,  en  alzoo  dezêlve  
 niet  openlijk  aan  de  waereld  zijn  medegedeeld,  
 kan  ik ’er weinig van  zeggen  ( * ) ,   even gelijk  van  
 ïiog  twee  andere  Reizen,  welke  men mij  gezegd  
 heeft  dat  door  de  Spanjaarden  gedaan  zijn,  een  
 naar  het  Paasch - Eiland  in  hetjaar  1769  en  het  
 ander naar  Otahiti  in  het  jaar  1773. 
 Al* 
 Deeze  Reizen  zijn  zedert  aan  het  Jicht gekoomen»  
 Ik  zal  ’er  dus  hier  iets  van  zeggen.  In  het  jaar  1769  zeït-  
 de  de  Heer  de  s u r v i l l e ,  in  dienst:  van  de  Franfche  
 Oost-Indifciie  Maatfchappij  van  Pondichery  over  de  Phi-  
 Uppynfche. Eilanden  naar  Nieuw - Zeeland.  Hij'lag  daar  
 zelfs,  in  de  Ontwijfelbaare.liaaio.xi  zag  op  den  negenden  
 December  kapitein  cook  met  de  Onderneeming  voorbij  
 zeiler, v fckoóu  zijn  fch’ip  zoodanig lag,  dat  cook  het niet  
 ontdekte.  Daarop  flak hij,  tusfehen  30  en 40  graaden ZuL 
 der 
 Alvorehs  ik  het  verhaal  Van  den  togt,  die  aan  
 mijne  zorg  is  toebetroüwd  geweest,  aan vang,  zal  
 het  nodig  zijn  alhier  enig  verflag  te  doen van  de  
 uitrusting  tot  denzelven  en  van  enige  andere dingen  
 van  even  groot  belang)  en  die betrekking  op  
 mijn  onderwerp  hebben; 
 Kort  na  mijne  terugkomst  met  de  jEndeavour  
 befloot  men  twee  fchepen  uitterüsten  om  de Ontdekking  
 van  het  Zuider Halfrond  volledig  te maa-  
 ken.  De  aart  van  deezeh  togt vereischte  fchepen 
 van 
 der Breedte,  regt  de  Zuid-zee  over  en  kwam  te  Calao  in  
 Peru, bij  het  naar  land  vaaren,  om  het  leven. 
 In  het  jaar  1772  vonden  de  tleeren  v an  k e r g ü e i b n   
 'en  sï .   a l l o u a r n   een  eiland  in  den  Zuidlijken  Indifchen  
 Oceaan,  dat  omtrent  onder  dezelfde middaglijn  met het  eiland  
 Mauritius  en  onder  dén  agt en  veertigften  graad  Zuider  
 Breedte  lag.  Nog  in  dat  zelfde  jaar. wierd  hij  andermaal  
 uit  Frankryk  uitgezonden,  maar  hij  kwam  onverrigtec  
 zaake  terug. 
 Geduurënde  de  eerde  reis  van  va ft  k e r ó u è l e n   dé*  
 vende  de  lieer  m a r i o r   mét  den Heer  c r o z e t   van  dé  
 Kaap de Goede Hoop  over  den  Zuidlijken  Indifchen  Oceaan  
 naaf  Van  Diemens - Land  en  Nieuw - Zeeland  en  ontdekte  
 zuidwaarts,  -van Madagaskar  enige  kleine  woede  eilanden.  
 De  Heer  mari on  wierd  van  de  Nieuw - Zeelanders  in  de  
 Eiidridèh- 'Bahti  örti  het  leven  gebragt,  waaróp  de  Heer  
 c r o z e t   de  reis  voortzettede,  eerst  t a sMANs  koers  
 volgde  en  toen  naar Manille  [levende.  Vergelijk  de  Aantekeningen  
 op  het  eerden  Boeks  derde  Hoofdduk,  Noot  1, 
 TORSTEE. 
 * * *