
 
		nabij  was.  Wij  ftuurden  nu O.  wat Z.  en  op  deir  
 tienden*  op  430  39'  Zuider  Breedte  en  op  1440  
 4 3 'Wester Lengte  zijnde,  bevond  men  de  afwijking  
 van  bet  kompas,  door  verfcheiden azimufs,  
 niet meer  dan drie  graaden Oost te  zijn;  maar  den  
 volgenden  morgen  wierd  zij  4° 5'  30"  bevonden,  
 en  in  den  agtermiddag  50  56' Oost.  Denzelfden  
 dag,  op  den  middag,  waren  wij  op  430  44'Zuider  
 Breedte en op  1410  56'Wester Lengte. 
 Den  twaalfden,  des  morgens  ten negen uuren*,  
 wierd de Lengte  waargenoomen als  volgt: 
 Door  mij,  eerfte  reeks  van  
 waarneemingen  .  .  .  1-39°  47  *5 
 Door mij,  tweede  reeks.  . 1 4 0   7  3° 
 Door  wales ,  eerfte  reeks.  141  22  15 
 Door wales,  tweede reeks.  140  10  o  
 Door  CLERKE  ,  .  v  •  •  *4°   5^  45 
 Door  GILBERT  .  .  .  14°   2  ° 
 Gemiddeld  .  .  .  .  .  140  24  17^  W. 
 Dit  verfchilde  flechts  graad  van  mijne  rekening. 
   Den  volgenden  morgen,  op  430 3' Breedte  
 en  op  i39°.2o' Wester Lengte  zijnde,  hadden  
 wij verfcbeiden waarneemingen van  de maan, welke  
 met  die  van  den  voorigen  dag  overeenftemden,  
 als men  den weg,  dien  het  fchip  in  dien  tijd  had  
 afgelegd,  mede  rekende.  In  den  agtermiddag  
 hadden wij,  enige  uuren, Jigte veranderlijke wiad- 
 Jens,  omtrent  ftilte,  waarna  wij  den wind  uit  het 
 N. O. kreegen,  fris  en  met rukwinden waaiende,  
 verzeld  van  donker  betrokken  weder  en  enigen  
 regen. 
 Wij  loefden naar  het  Z. O.  tot  vijf uuren  in  den  
 agtermiddag  van  den  veertienden,  wanneer  wij-,  
 °P  43°  15'  Breedte  en  1370  39' Wester  Lengte  
 zijnde,  wendden  en  onder  onze  onder-zeilen  
 noordwaarts  ftevenden,  hebbende  eenen  zeer harden  
 wind  met  fterke  rukwinden,  van  regen,verzeld, 
   tot  den  volgenden  dag omtrent den middag,  
 ’wanneer hij  op  eene  ftilte  uitliep.  Wij waren  op  
 deezen  tijd  op  4a0  39'  Breedte  en  op  137°  58*  
 Wester  Lengte.  In  den  avond  wierd  de  kalmte  
 gevolgd  door een  koekjen uit het  Z. W .,  dat kort  
 daarop  tot  eene  frisfe  koelte  aanwies en  in  het Z.  
 Z. W.  bleef  ftaan ;  wij  ftuurden  met  hetzelve N. 
 O.  f O.  Op  de  Breedte  van  410  2 5 'en  op  35°  
 5.8' Wester Lengte zagen wij  een  blok  hout  in  zee  
 drijven,  dat met  iepaden  bedekt  fcheen,  zoo  dat  
 wij  niet  konden  gisfen  hoe  lang  het  in  zee mag  
 geweest  zijn,  o f  van  waar  o f  van  hoe  verre  het  
 gekoomen  ware. 
 Wij  bleeven N.  O.  I O.  ftuuren voor eenen  zeer  
 Herken wind,  die  met  vlaagen  woei,  verzeld van  
 regen-  en hagel - buien  en  eene  zeer hooge  zee  uit  
 dezelfde  ftreek  tot  den  zeventienden  op  den mid-  
 dag.  Zijnde  toen  op  de  Breedte  van  390  44' en 
 0P  133  Wester Lengte, dat ander hal ven graad 
 N  3  oost