
 
		l3en,  dat  fpoedig  naar  het  N.  O.  en  N.  O.  ten.  
 O.  liep  van  eene  dikke  mist,  fneeuw,  regen  en  
 fneeuw  met  regen  gemengd,  verzeld.  Met  dee-t  
 zen  wind  en  dit  weder  voeren  wij  voort  in  eene  
 •  O.  koers,  tot  des  anderen  daags,  zijnde  den  
 eerflen  Maart,  ’s namiddags  ten  vier  uuren,  
 wanneer  het  flil  wierd,  en  bijna  vier  en  twintig  
 uuren  lang  bleef.  Wij  waren  nu  op  de  Zuider-  
 Breedte  van  6o°  36'  en  op  107°  5.4'  Lengte,  en  
 hadden  eene  ontzagchelijke  hooge  zee  uit  het Z ,  
 W.  en  tegelijk  eene  andere  uit  het  Z.  of  Z. Z.  <X  
 Het  liaan  van  de  golven  tegens  elkanderen  deed  
 het  fchip  zeer  flerk  flingeren  en  op  en nedergaan ;  
 maar  eindelijk  kreeg  de  Noord-Wester  golf  de  
 overhand.  De  flike  bleef aanhouden  tot  den vol-*  
 genden  dag  op  den  middag ,  wanneer  zij  gevolgd  
 ■ wierd  van  een  labber  koekjen uit- het Z.  O .,  dit  
 daarna  verhefte  en  Z. W.  liep.  Met  dit  windjen  
 Huurden  wij  N. O.  ten  O.  en O.  ten N.  met  alle  
 zeilen,  die  wij  konden  bijzetten, 
 Den  derden  in  den  agcermiddag,  op  6o°  13’  
 Breedte  en  op  1 io°  18' Lengte  zijnde,  was  de af*  
 wijking  3.90  4'  West;  maar  de  waarneemingen ,  
 waardoor  dezelve  dus  bepaald wierd,  waren  juist  
 niet  te  best,  alzoo  wij  genoodzaakt  waren  ons  te  
 behelpen  met  degeene,  die  wij  doen  konden  ge-  
 duurende  de  zeer  weinige  en  korte  tusfchenpoo«  
 zen,  wanneer  de  zon  zrg  vertoonde.  Deezen  dag  
 wierden  ’er  enige  pinguins gezien,  ma,ar  niet zoo, 
 * 
 veele  ijs - eilanden als  gewoonlijk.  Het weder  was  
 pok zagter,  fchoon zeer  veranderlijk;  de  thermo-»  
 meter Hond  van  36  tot  38  graaden.  Wij  bleeven  
 eene  N. W.  zee  houden,  fchoon  de  wind  veran-  
 derlijk was  en  door het W.  en  N.  naar  het N. O,  
 liep,  verzeld  van  donkere  regenachtige  fneeuw  
 pn  Hofregen. 
 Wij  vervolgden  onze  koers  naar  het  Oosten,  
 wat  zuidlijk  tot  den  vierden  des agtermiddags  ten  
 vier  uuren,  wanneer  ( terwijl  wij  op  6o°  37'  
 Breedte  en  op  1 130  24' Lengte waren)   de wind  
 in  eens  Z. W.  en  Z. W.  ten  Z.  liep.  Ik  gaf last  
 om  O.  ten N.  |  N.  te  lluuren;  doch  in den  nacht  
 Huurden wij  O.  | Z.  om  den  wind,  die  Z,  Z. W.  
 was,  wat  meer  op  zijde  te  hebben,  om  te  beter  
 te kunnen  terug  keeren,  in  gevalle wij  in  den  duï-»  
 Her enig gevaar mogten  ontmoeten; want wij  had-*  
 den geen*  tijd  om  bij  te leggen. 
 In den  morgen  van  den  vijfden Huurden wij O.  
 ten N. met  alle zeilen  bij  die  wij  voeren kónden;  
 wij voeren  voorbij  een  ijs-eiland  en  veele  kleine  
 brokken  en  ten  negen  uuren  fchoot de  wind,  die  
 zedert  enigen  tijd  niet  lang  op  een  punt  was  blijr  
 ven  Haan,  in  eens  in  het  Oosten  en  woei  eene  
 labber koelte;  wij  Hevenden  ’er  noordwaarts mede  
 en waren  nu  op  de  Breedte  van  6o° 44' en  op  
 de  Lengte  van  1160  50'.  De  Breedte  was  berekend  
 naar de middag - hoogte  van  de  zon,  die  zig  
 $iu  en  dan,  enige  minuuten,  vertoonde  tot  ’sag-  
 V .  -.  F  5  tep-.