Bladfz. 12 ( 5 ) . Den zestienden, des avonds ten
agt uurep, zagen wij een helder vuurig luchtver«
fchijnzel van eene langwerpige gedaante en blaauwv
achtig van kleur. Het bewoog zig zeer fnel naar den
gezigt - einder, liep noord-westwaarts en verdween
weinige oogenblikken daarna onder den ge z igt-e inder.
Op den middag waren wij ten minften v ijf en
vijftig Engeifche zee-mijlen van St. jfago verwijderd
en tog volgde eene zwaluw het fchip altoos na.
Tegen den avond zettede zij zig op eene van de
fchiet - gaten; doch, wijl zij daar altoos ontrust
w ie rd , zoo dikwerf de zeilen omgehaald of inge-
zioomen wierden , nam zij naderhand ’s nachts haard
huisvesting in het beeldwerk aan den fpiegel en volg-,
de o oh de twee volgende dagen het fchip. Geduu-
xende deezen gantfehen tijd zagen wij veele Boniten
om ops. Dikwijls fchooten zij met de grootfte fnel-»
heid naast ons voorbij; maar alle poogingen ons
haar met angels en harpoenen te vangen waren yer-
geefsch; het gelukte daarentegens onzen matroozen
eenen haai , van v ijf voeten lang , aan den haak te
yangen. Zijnen gewoonlijkén geleider, het Loots-
inannetjen {Gafterofteus du£lor') en den Zuigvisch.
o f Remora ( Echeneh remora) Zagen wij wel bij
hem f maar met dit onderfcheid, dat de eerde zig
Zorgvuldig wagtte van gevangen te worden ; maar
de laaide daarentegens zoo vast aan het lighaam van
den haai z a t , dat ’er tegelijk met denzelven Vier op
het dek gehaald wierden. Den volgenden dag aten
wij iets van den haai en vonden dien, gebakken zijnde
, van eene tamelijk goede fmaak, maar om h*t
vet zwaar te verteeren.
jBlodza
jBladz. 14 (6 ) . Onze kapitein heeft door eene
veeljaarige ondervinding opgemerkt dat op lange
zee-reizen eene rijklijke uitdeeling en een overvloedig
gebruik van versch water ongemeen veel toebrengt
om het volk gezond te houden. De reden
daarvan is ook gemaklijk te verklaaren, want, als
het rijklijk gedronken en ook tot het wasfehen van
het lighaam en het linnen gebruikt wordt, verdunt
het niet alleen het bloed, maar door de zuiverheid
en het dikwijls veranderen van linnen blijven ook de
zweet - gaten van de huid (leeds open en dus wordt
de, tot dc gezondheid nodige, onmerkbaare uitwaas-
feming niet afgebrooken. Daardoor wordt het gevaar
van rotaartige ziekten op tweeërleie wijzen voor-
gekoomen, eensdeels omdat de uitwaasfemingen van
het lighaam niet weder door de huid ingezogen kunnen
worden, en anderdeels omdat de door het aanhoudend
Zweeten verloren vogtigheid door veel drinken
Weder vergoed wordt, bij'welker gebrek de verdikte
Vogten figt ziltig en fcherp worden, dat men
eigenlijk als de oorzaaken van de ontdeeking- koorts
opgeeft.
De regen had onze arme zwaluw door nat gemaakt.
Z ij zettede zig op de leuning van het dek neder en
liet zig geduldig vangen. Ik droogde haar en liet
haar in het duur- ruim vliegen; zij vergastede zig op
de vliegen die zij daar vond en vloog zedert in en
Uit de kajuit en het ruim; eindelijk verdween z i j ;
denklijk wierd zij door den eenen o f anderen gevoel-
loozen matroos gevangen, om een lekker beetjen
Voor eene geliefde kat te worden. Deeze vogel toont
zeer duidlijk hoe enkele vogelen zoo verre weg in
zee gebragt kunnen worden. Het fchijnt dat z ij de
fchepen, die van land afdèeken, onbemerkt op de
open