den zal vriezen; ten minften het vroos ’ er niet zoo
lang wij' hier waren, dat tot den zesden Juny was ,
welke met onzen December overeenkootnt.
L a n g 'E ila n d beftaat uit eenen langen b e rg - ru g ,
die aan beiden zijden wel zeer fteil, maar van boven
bijna gantsch vlak, offchoon op de meefte plaatfen
fmal isi Aan de noord-west-zijde vonden wij een
fchoon ftrand en agter hetzelve een klein ftuk vlak
land, dat grootendeels moerasfig en met veelerleie
foorten van gras bewasfen w a s ; het overige land bragt
allerhande fcheurbuik- weerende kruiden, gelijk
ook het Nieuw-Zeelandsch vlas- ( * ) , voort, welk
laatfte meest nevens de oude verlaaten hutten der in-
wooneren ftond. Wij lieten hier etlijke Hukken land
omfpitten enflegten, en zaaiden ’er Europifche tuin-
zaaden in , d ie , naar allen fchijn, goed zullen voort-
koomen. Wij befteegen den top van dit eiland, maar
vonden ’er niets dan droog? reeds verwelkt gras,
en allerhande laage ftruiken op,, onder welke eene
menigte kwartels, die volkoomen als de Europifche
- waren , hunne woonplaatfen genoomen hadden. Eni-
■ ge diepe en fmalle ftroojien grond, die van de hoogte
naar zee afliepen, waren met boomen, ftruiken
. en (lingerende planten bewasfen en vol klein gevo-
gelte , waaronder ook Valken waren. Daar de klippen
loodregt uit zee opreezen, o f fchuinsch over
het water hingen, hadden groote troepen van eene
fchoone foort van Kormorans genesteld, o f op kleine
Hukken ro ts , o f , daar het mogelijk was, in kleine
( * ) Phormium tenax linnei op Plaat XXIII afge-
beeld, die een voortrefiijk, laag, als zijde blinkend e®
zagt vlas voortbrengt, . *
fiè holen , die omtrent een’ voet in het vierkant konden
hebben en die dikwerf door de vogelen Zelve
verwijd fcheenen te zijn. De kleiaartige fteeil, uit
welken de meefte bergen in Koningin Charlom Ka-
naai beftaan, is daartoe week genoeg» Hij ig t in
fchuinsch hellende laa'gen * die 'gemeenlijk naar het
Zuiden zakken, is deels Van eene groenachtige
graauwe, deels van eené blaatiwe, deels van eene
geel-bruine kleur en bevat fomwijlen kwarts aderen.
Men Vindt Ook onder denzelVen dén groenen
talk -fteen, Lapis nephriticm genaamd, d ie , als hij
zijne behoorlijke hardheid heeft t half doorfchijnetid
is en fijn gepolijst kan Worden; maar daar zijn veel
meer zagtere, ondoorfchijnéndë en bleek - groene ,
dan harde, als Vüurfteetieh en halfdoorfchijnende. Dè
inwooners*maaken’er beitels, bijlen, fotnwijlen oofe
patoo'patoos o f ftrijd-bijlen vdn, eh zij is even dezelfde
foort die bij de Engelfche jüwelieren Jad&
< i n ’t Nederduitsch Giaveel-fteen ) heet» Wij vonden
ook, op verfeheiden plaatfen, laagéii van eeneii
zwarten rots-fteen (Saxüth l i n n e i ) die uit zwarte
digte glimmer (m ica y en kleine kwarts-deeltjens
beftond. Van hoorn -fteehen eii klei-fchiefer vindt
men insgelijks verfcheidene foorten in groote laagen^
bijzonder is de klei-fchiefet zeer menigvuldig eti
gemeenlijk in gebfooken Hukken aan dè zee-kiisê
aantetreffen. Hij ziet ’er dikwijls roes t ver wig uit*
hetwelk baarblijklijk van ijzerdeeltjens koomt; ert
daaruit, gelijk ook uit de voorgenoemde mineraaJen^
kan men met grond vermoeden dat dit gedeelte vaii
Nieuw'Ze elan d ijzer, ja Veelligt nog andere foorten
van ertfen, moet bevatten. Op het ftrand Verzamelden
wij verfeheiden foorten van vuur. en keizel- fteehen,
gelijk ook enige ftukken zwart, digt èii zwaair
IV. D e e l , x ba