
 
		zetwee  onder-zeilen  en  top-zeilen  met  alle ree-  
 ven. 
 Deeze  wind  bleef  aanhouden  tot  den  tienden  
 des avonds,  en  toen  verflapte hij;  de  wind  fchoot  
 West en wij  hadden,  geduurende  den  nacht,  fraai  
 weder  en  Hechts  weinig  wind,  verzeld.  van  eene  
 fcherpe  vorst.  Des  anderen  daags  ’s morgens,  
 wanneer wij  op  570 56'Zuider Breedte en  op  130°  
 Ooster  Lengte  waren,  liep  de  wind  N.  O.  en  
 woei  eene  frisfe  koelte,  met welke wij  Z.  O.  fte-  
 venden ,  hebbende  dikwijls  buien  van  fneeuw en  
 regenachtige  fneeuw  en  eene  lange  holle  zee  uit  
 het  Z.  Z.  O.  en  Z.  O.  ten  Z.  Deeze  holle  zee  
 bedaarde  niet dan  twee  dagen  na dat de wind,  die  
 dezelve veroorzaakt  had,  niet  alleen was gaan  leggen, 
   maar  verfchoten  was  en  een  goed  gedeelte  
 van  dien  tijd  fris  uit  tegen  overgeftelde  ftreeken  
 gewaaid  had.  Die  dit  aandachtig  overweegt  zal  
 moeten  befluiten  dat  'er  geen  land  naar  her Zuiden  
 kan  liggen  dan  dat  op  eenen  grooten  affiand  
 zoude  moeten  zijn. 
 Alfchoon  ’er  in  die  ftreek  zoo  weinig  te  ver-  
 wagten  was,  bleeven  wij  egter  zuidwaarts  fteve-  
 nen  tot  den  twaalfden, '   des  ’s morgens  ten  drie  
 uuren,  wanneer  wij  door  eene  kalmte  opgehouden  
 wierden,  zijnde  toen  op  58°  56'  Zuider Breedte  
 en op  1310  26' Ooster Lengte.  Na enige  uuren  
 ftilte  kwam  ’er  een  windjen  op  uit  het Westen,  
 laet welk wij oostwaarts  ftevenden,  De Z.  Z.  O, 
 &ee nu  geflild  zijnde  wierd  opgevolgd  door  eene  
 andere  uit  het  N,  W.  ten  W.  Het  weder bleef,  
 deezen  geheelen dag  zagt en de  kwik  rees  tot 39I0-  
 In den  avond  wierd  het  ftil  en  het  bleef zoo  tot  
 den  derdenden,  ’smorgens  ten  drie  uuren,  wanneer  
 wij  den  wind  uit  bet  O.  en  Z. O.  kreegen  
 met  eene  frisfe  koelte,  van  fneeuw  en  regenachtige  
 fneeuw  verzeld.  In  den  agtermiddag  wierd  
 het  fchoon weder  en  de wind  liep Z.  en  Z.  Z. W.  
 In  den  avond,  op  58°  59  Breedte  en  op  134°  
 .Lengte,  was  het  weder  zoo  helder aan  den  horizont, 
   dat wij  verfcheiden  mijlen  rondom  ons  zien  
 konden.  Wij  hadden  maar  weinig  wind  geduurende  
 den  nacht  ,  enige  fneeuw - buien  en  eene  
 zeer  fcherpe vorst.  Toen  de  dag  aanbrak,  wakkerde  
 de  wind  aan  uit  het  Z. O.  en Z. Z.  O.  en  
 kort  daarna  helderde  de  lucht  op  en  het  weder  
 wierd  helder  en  flil;  maar  de  lucht  bleef koud en  
 de  kwik  in  den  thermometer  rees  Hechts  eene  
 graad  boven  het  vriespunt. 
 Het  helder  weder  gaf den Heer  w a l e s   gelegenheid  
 om  enige  waarneemingen  op  de  zon  en  
 maan  te  doen*  Derzelver  uitkomflen  op  den middag  
 overgebragt,  wanneer  onze  Breedte  58°, 2a'  
 was,  gaven  ons  136°  22'  Ooster  Lengte,  ken-  
 d a l s - uurwerk gaf op denzelfden  tijd  134°  4 2 'en  
 dat  van  a r n o l d   dezelfde.  Deeze  was  de  eer-  
 fte  en  eenigfte  reis,  dat  zij  dezelfde  lengte  aan-  
 weezeu,  zedert  wij  uit  Engeland  vertrokken waren 
 «