
&2/t Aa n t e k e n i n g e n op hét
De grootfte en voordeeligfte oogst op Madera bés
Haat in w ijn , door welken liet eiland ook beroemd
is. Daar de grond, de ligging en het water het gé»
doogen, wordt wijn ge.teeld. Elke wijnberg wordt
door een o f meer paden vah drie tot zes voeten breed
doorfneden en deeze zijn met muuren van twee voeten
hoogte ingefloten. Langs/ deeze gangen , die
inet latwerk van zéven voeten hoog overwelfd of bedekt
z ijn , worden op even gelijke tusfchenwijdten
paaien opgerigt, waaraan men een traliewerk van
bamboes - riet vast maakt, dat van beiden zijden van
den bedekten gang tot omtrent twee voeten van den
grond a f loopt èn op deeze hoogte den gantfchert
grond van den wijnberg bedekt. Op deeze wijze
worden de ranken in de hoogté gehouden en de arbeiders
hebben ruimte om het onkruid, dat tusfcheri
de ranken opfchiet, uittewieden. In den wijn-oogst
kruipen zij onder het latwerk, fnijden de druiven af
èn verzamelen die in manden. Ik zag hiertrosfen,
die meer dan zes ponden Woogën. Deeze wijze om
den grond zuiver van onkruid en vogtig te houden
en de druiven zelve in de fchaduwe te laaten rijpen *
geeft den Madera wijn die uitmuntende fmaak en dat
lijf , of die eigenfchap van den mond regt te vullen*
die denzelven zoo bijzondér eigen is. Maar uit deë-
ze behandeling van den wijngaard fpruit ook de nood-
zaaklijkheid dat ’ er zekere plaatfen tot het planten
van bamboes moeten aangelegd worden, wijl het
latwerk niet zonder bamboes-riet kan gemaakt worden.
Wanneer dus de eën o f andere wijnberg, doof
zijne ligging , gebrek aan dit onontbeerlijk riet
heeft, kan hij niet behoorlijk bebouwd Worden en
blijft dierhalven ook dikwerf geheel braak liggen.
De wijn is verfchillend in deugd en prijs. De bes-
£
fe wordt van èene foort van druivén gemaakt, van
ivelke de ranken, op 'last van den Infant van Portu-
gal Don HÊNDRIK, uit Candia herwaarts gebragt
en aangeplant zijn gewórden. Hij heet Mahefiè
Madera. De pijp wijn kan óp dë plaats zelvé niét
Ónder veertig ó f twee en veertig ponden fterling in-
gèkogt worden. Hij is een kostiijké zoete wijn*
maar hij valt flechts fchaarsch. Dè naast bij kool
fiiende foort is een drooge wijn, die meest naar
Londen vervoerd wórdt; vaii deezèn geldt de pijji
van dertig tot een èn dertig póndeir fterling. Min«
dere foorten vóór de Oost- en West-Indiéën én voof
Noord-Amerika kosteri, naar gelang van hunnë
deugd , van twintig tot agt en twintig ponden fterling,
Daar worden, het een jaar dóór het ander gerekend,
jaarlijks omtrent 'dertig duizetid pijpen in^
geoogst; Daar worden dertien duizend pijpen varf
e estë fóort üitgevoerd; het overige wordt deels
op het efland ze lf verbruikt, deels tot brandewijn
geltookt, die naar Brafilie gaat en deels wordt ’er
wijn-azijn Van gemaakt.
De wijnbergen zijn ó f mét mmiréri o f met heggeii
van granaaten , myrten , braam-ftruiken en wildé
roozen omringd. In de tuinen worden perfikken *
abrikoozen, kweeën; appelen, peerert, okkefnöö-
ten, kas tan jen en andere Europifche vrugten ge-
eeld, fomvvijlen ook enige gewasfen van onder derf
keerkiing, als^ pifangs , gojaven en ananasferi.
De tamme dieren, die wij ih Europa heb'bèn ziirf
S » re Vinden, én , oflbhóon rfe f c S
pen en osfen, die ’er z ijn , niet groot zijn U
fülaak,ii k*kle">, „ st op d4.b, e( KlDt. e ^PieIrdketne r èzi4jnn i;oojk'
^ dc a y 1|te voet dca ó -
" i v , UEEL, T) 1 want