
 
		eene  regte  maar  in  eene  kromme  lijn  en  gong op  
 minder  dan  twaalf roeden  onzen  agterfteven  voorbij, 
   zonder  dat  wij  iets  van  derzelver uitwerking  
 gevoelden.  De middel-lijn van den voet van  deeze  
 hoos  was,  naar  mijne  gisfing,  omtrent  vijftig  
 of zestig voeten;  dat is,  de  zee was in die ruimte  
 zeer beroerd  en  fchuimde  tot  eene  groote hoogte.  
 Uit  dit  fchuim  vormde  zig  eene  buis  of een  rond  
 lighaam,  door  welk  hes  water,  of  de  lucht,  of  
 beiden  in  eene  krullende  ftraal  tot  in  de wolken  
 jjwierd  opgevoerd.  Sommige  van  ons volk zeiden  
 dat zij  eenen  vogel  in die, welke  digt  bij  ons was,  
 gezien  hadden,  die  rond  draaide  als  een  vlieger  
 van  een fpit en  zoo  opgevoerd  wierd.  Geduuren-  
 de  den  tijd,  dat  deeze  hoozen  duurden,  hadden  
 wij nu  en dan  ligte  zugtjens  wind  uit  alle ftreeken  
 van  het  kompas,  met  enige  ligte  regen-buien,  
 die  gemeenlijk  in  groote  druppels  vielen  en  het  
 weder bleef enige uuren  daarna  dik en  dampig  met  
 veranderlijke  koeltjens.  Eindelijk  zettede  zig de  
 wind  in  zijne'oude  ftreek  en  de  lucht  hernam haa-  
 re  voorige  ftilheid.  *  Sommige  van  deeze  hoozen  
 fcheenen,  op  verfchillende  tijdftippen,  ftil  te  ftaan  
 en  dan  weder  fnel,  doch  ongelijk  voorttegaan,  
 toch  altijd in  eene  kromme  lijn,  dan  deezen weg  
 dan  geenen ,  zoo  dat  wij  eens  of tweemaal  zagen  
 dat  zij  elkanderen  voorbij  trokken.  Uit de oprijzende  
 beweeging  van  den  vogel,  en  verfcheiden  
 andere  omftandigheden,  kwam  het  ons, zeer klaar  
 K  $  YOQ£