
 
		om  hier  omtrent  van  gedagten  te  veranderen  (*  )<>  
 Doch  zoo  egter  ons  vermoeden,  tegens  allen  fchijn,  
 eene dwaaling mogt  zijn ,  koomt  ’er eene  fchanddaad  
 meer  op  rekening  van  de  befchaafder Europeaanfche 
 ha- 
 ( * )   Ik  meen  grond  genoeg  te  hebben  om  hieromtrent  
 •  van  den  beroemden  f o r s t e r   te  durven  verfchillen  en  te  
 ftellen  dat ’er  veel meer  waarfchijnlijkheid  is  dat  de  Venusziekte  
 door de Europeaanen  in Nieuw - Zeeland zij  overge-  
 bragt dan dat  zij  in  dat  land oorfpronglijk  zoude  t’Jhuis be-  
 hooren.  Ziet hier  waarop  ik  deeze  Helling  gronde.  Kapi-,  
 tein  c o,ok  kan  de  eerde  geweest  zijn,  welke deeze  fmet-  
 ftof door  zijn  volk  op  dat eiland hebbe  overgebragt;  want  
 zijne matroozen hadden  die  op het  eiland  Otahiti,  volgens-  
 zijn  eigen  getuigenis,  opgedaan  ( zie Deel  I,  bladz.  371.)  
 het  is waar,  de Heelmeefter  verklaarde alle  de befmette per-  
 foonen  in  den  tijd van  twee  maanden  zoodanig geneezen  te  
 hebben,  dat ’er  geen  fpoor meer  van  overig  was,  en  kapitein  
 cooK  gebruikte  daarenboven  de  loflijke  en  mensch-  
 lievende  voorzorg  van  geenen  van  zijn  volk  aan  land  te  laa-  
 I  ten  gaan,  welke  die  kwaal  gehad  had  en  liet niet  toe  dat.  
 I  ’er  vrouwen  aan  boord  kwamen.  Doch  hoe  ligt kan  zelf  
 I  een  bekwaam Heelmeefter  zig  hieromtrent bedriegen,  vooral  
 i  bij  ruuw  fcheepsvolk,  dat  kleine  overblijfzels van  zooda-  
 |  nig  eene  ziekte,  de  gevolgen  niet  genoeg  kennende,  niet  
 I  acht,  ja  dikwijls  ligtvaerdig  verbergt,  alleen  uit  vrees  van  
 niet  aan  wal  te  zullen mogen  gaan,  om  niet  te  zeggen  dat  
 de  tijd van  twee  maanden  vrij  kort  is  voor de  grondige ge-  
 neezing  van  verfcheiden  befmette  matroozen,  wier  leefregel  
 op  zee  niet  van  de  gefchiktfte  kan  zijn.  Hoe  ligt kan  
 ook  de  voorzorg  van  kapitein  c o o  k  om alle gemeenfchap  
 tusfchen  zijne matroozen,' die befmet geweest waren,  en  dè  
 vrouwen van  dat land  zijn  te  leur  gefteid eri hij  daaromtrent  
 verfchalkt,  zoo  wel  als  omtrent  de  grondige geneèzing van 
 de- 
 319 
 hatieën  en  het  ongelukkig  volk,  dat  zij met hun  vergif  
 befmet  hebben,  zal  en  moet  hunne  gedagtenis  
 daarom  vervloeken.  Het  nadeel,  dat  zij  dit  gedeelte  
 van  het  menschlijk  geflacht  daardoor  toegebragt 
 hebdezelve? 
   Zou  het  onmogelijk  zijn  dat ’er van  die vrouwen  
 in  den  nacht aan  boord  geweest waren,  zonder dat hij  zulks  
 re weeten  kwame?  Na  hem  kwam de Heer  de  surville  
 de  eerde  op Nieuw - Zeeland-,  hij  had  eenen vriendfchaplij-  
 ken omgang met  de inboorlingen,  tot dat deeze  zig  van  eene  
 floep  van  het  fchip  meefter gemaakt  hebbende,  zulks  aanleiding  
 gaf  tot  het  verbranden  van  de hutten  en  vaartuigen  
 der  Indiaanen,  waarna  hij  de kust  verliet.  Zoo  nu het volk  
 van den  Heer  de  sürville  befmet  geweest  is,  kan  hetzelve  
 de  kwaal  op Nieuw - Zeeland gebragt hebben;  de  verre  
 afftand  tusfchen  de Ontwijfelbaare  Baai,  ja  zelfs  de Eilanden  
 - Baai  en Koningin  Charlotte Kanaal is,  dunkt  mij,  
 niet  voldoende  om  de  mogelijkheid  te  ontkennen van  zulk  
 eene  verfpreiding  van  eene kwaal,  die  zoo  ligt  wordt  voortgeplant, 
   in  drie  en  een  half  jaaren  tijds,  zelfs  over  een  
 grooter land  en  wel  onder volkeren  die  een  zwervend  leven  
 leiden.  Men  begrijpt  ook  van  zelf dat  het daartoe niet nodig  
 is  dat  de  bewooners  van  verre  van  elkanderen  afgelegen  
 plaatfen  met  elkanderen  omgang  hebben,  gelijk  de  Heer  
 f o r s t e r   zig  uitdmkt,  maar  dat  de  kwaal  bij mededee-  
 ling  van  de  eene  bende  tot  de  andere  kan  vóortgaan. 
 Doch  ik  behoef  het  bij  deeze  redeneeringen,  op waarschijnlijkheid  
 gegrond,  niet  te-lasten’;  ik  ben  in  flaat een  
 flellig  bewijs bijtebrengen  dat de Franfchen  de Venus-kwaal  
 werklijk  op Nieuw - Zeeland  gebragt  hebben,  wel  veel  laa-  
 ter,  doch  egter nog een  jaar voor den  tijd  dat  de  kapiteinen  
 'cook  en  FURNEAux  op  deeze  reis  in  Koningin  Char-  
 lotte  Kanaal  vertoefden,  een  bewijs  dat  de  Heer  f o r ster  
 zoude  hebben  kunnen  weeten,  zoo  hij  de  reis  van  
 1  den