
 
		a a n t e k e n i n g e n 
 o p   h e t 
 Z E S D E   H O O F D S T U K , 
 J B la d z .   152  ( 1 ) .   In  de  eerfte  vier  én  twintig  
 uuren  rees  de  thermometer  reeds  7*  graad;  want  
 toen  wij  de  Donkere  Baai  verlieten,  had  hij  op  46  
 graaden  geftaan,  en  des  anderen  daags  ’ s morgen^  
 teft  agt  uuren  ftotid  hij’  op  53-  graaden. 
 Bladz.  154  ( 2 ) .   Toen  de  laatfte  water-hoog  
 brak,  fchoot  ’er  eene  blikzem- draal,  op  welke  eg»  
 ter  geen  donder-flag  volgde.  ,  Geduurende  al  diert  
 tijd ,  dat  deeze  hoozen  rondom  ons  dreeven,  bevon*  
 den  wij  ons  in  eenen  zeer  gevaarlijken  en  ontrusten-  
 den  togftand.  De  verfchriklijke  majefteit  van  eene  
 lucht-verheveling,  die  zee  én  wolken  véreenigde^  
 maakte  onze  oudfte  zee-lieden  verlegen.  Zij  wisten  
 naauwlijks  wat  zij  doen  oflaaten  zouden;  want  
 fchoon  de  raeefte  zulke  hoozen  reeds  voorheen  van  
 verre  gezien  hadden,  warén  zij  ’ er  egter  nimmer  
 zoodanig  van  omringd  geweest  als  ditmaal  en  ieder  
 wist  vreeslijke  voorvallen  te  vérhaalén welke  fchrik-  
 lijke verwoeftiugen  zij  aanrigteden  ,  als  zij  over  een  
 fchïp  dreeven of  tegens hetzelve  braken.  Wij maakten  
 ons  ook werklijk  tegens  het érgfte  gereed  en  namen  
 onze  bram-zeilen  in;  maar  ieder  was  van  ge-  
 dagten  dat  dit ons weinig helpen  zoude  en dat masten 
 ■MM 
 AANTEK.  op het IBOEK,  VIHOOFDST.  283 
 Ên  Hengen  zouden  verbrijzelen, als wij  in  den  draaiwind  
 mogten  geraaken.  In  hoe  verre  de  elektriciteit  
 als  eene  oorzaak  van dit verfchijnzel  befchouwd  kon-  
 ne worden ,  konden  wij niet  juist  bepaalen;  doch  dat  
 zij  over  het  algemeen  enig  aandeel  daaraan  hebben  
 moet,  kan  men  befluiten  uit  de  blikzem - ftraal,   die  
 bij  het  breeken  van  de  laatfte  water-kolom  duidlijk  
 te  zien was.  Van  het  ontdaan  der  eerfte  tot  het  verdwijnen  
 der  laatfte verliepen  drié  vierden uurs.  Toen  
 om  vijf. uuren  de  laatfte  verfcheen,  ftond  de  thermometer  
 op  54  graaden  en  dus  2|  graad  laager  dan  bij  
 den  aanvang  van  de  eerfte.  De  zee was  op  de  plaats ,   
 daar wij  ons  toen  bevonden,  zes  en  dertig  vademen  
 diep  en  de  ftreek  even  zoodanig  als  daar  andere  reizigers  
 zulke  water-hoozen  anders  ontmoet  hebben;  
 het w a s ,  namelijk,  eene  foort  van  zee-engte.  Doctor  
 sh aw  en  THEVENOT  hebben  diergelijke  in  
 de  Middellandfche  «en  Perfifche  zeeën  gezien;  zij  
 zijn  ook bij  de West-Indifche  eilanders,  in  de  Straat  
 van Malacca  en  in  de  Chineefche  zee  gemeen.  Wij  
 hadden  wel  gewenscht  bij  deeze  gelegenheid  enige  
 bij zondere  ontdekkingen  omtrent  dit  verfchijnzel  te  
 doen;  maar  zoo  gelukkig  waren  wij  niet.  Onze  
 waartieemingen  bevestigen  Hechts  dat  andere  reeds  
 waargenoomen  hebben  en waarover  b.  f r a n k l i n   
 zig  omftandig  heeft  uitgelaaten.  Zijne  fchrandere  
 ftelling,  dat  wervelwinden  en  water-hoozen  eener-  
 leie  oorfprong hebben,  is  door  onze  waarneemingen  
 niet  in  het minfte  verzwakt  eii  wij  zullen  onze  wijs-  
 geerige  leezeren  verwijzen  naar  zijne  fchriften  ( * ) y  
 in  welke  het  volboomenst  en  best  naricht  van  dit  
 Verfchijnzel  te  vinden  is. 
 Experiment^  on  Eleftricity,  Lond.  1774.  in  \fo. 
 A A   N* 
 i m 
 m 
 • I «I 
 wm 
 lil