’er twee- of driemaal in de vaten gebrouwen is ,*
zal het bier gemeenlijk van zelf gisten, vooral als
het warm weder is. Alzoo ik verdikt fap van
mout aan boord had en het tot geen beter einde
wist te gebruiken, gebruikten wij het met fuiker ■
fchuim o f fuiker, op dat deeze twee artijkelen
verder mogten drekken; want van de eerde had
ik maar een vat en van de laatde kon ik weinig,
misfen voor deeze brouwerij. Hadde ik gewee-
ten, hoe wel dit bier gelukt zoude zijn en van
welk een groot nut hét voor het volk zoude wezen,
zou ik ’er mij beter van voorzien hebben.
Het is waar ik was ’er gedeeltelijk van afgefchrikt
door eene proef, op mijne voorige reis genoo-
men, die toen niet gelukte, hetgeen, gelijk ik
nu geloof, door de eene of andere verkeerde handelwijze
moet gekoomen zijn.
Elk die de minde kennis heeft aan de Ameri-
kaanfche pijnboomen zal den boom, dien ik mes
dien naam genoemd heb, vinden. Daar zijn drie
foorten van, die, welke de kleinde bladeren en
donkerde kleur heeft, is de foort, met welke wij
brouwden, maar zeekerlijk zullen zij alle drie
daar toe dienen kunnen. De thee-plant is een
kleine boom of heeder met eene bloem met vijf
witte bloem - bladeren in de gedaante van die van
eene roos, met kleinere van dezelfde foort tos-
fchen beiden en twintig of meer meel-draadjens.
De boom groeit fomtijds tamelijk hoog en is genie
n