
leen mee het getal van die wij daadlijk zagen,
toont dat zij een zwervend leven leiden; en, zoo
men uit den fchijn en de omftandigheden mag oor-
deelen, leeven zij, hoe weinige zij ook in getal
zijn, niet in volkoomen vriendfehap, het een gezin
met het ander;, want zoo zij dat deeden,
Waarom zouden zij zig dan niet tot de eene of andere
maatfehappij vormen ? iets dat niet alleen den
inensch natuurlijk eigen, maar zelfs bij het ftom*
pie vee in zwang is ( 3 ) .
Ik zal deeze befchrijving van te Donkere Baai
met enige waameemingen befluiten , door den
Heer wal e s gedaan en mij medegedeeld. Hij
yond door eene groote menigte verfchillende
waameemingen dat de Breedte van zijne waarnee-
ming-plaats in Pickersgills-haven 450 47' 26!''
Zuid en, door middel van verfcheiden afftan-
den van de maan en de zon, dat de Lengte van
dezelve 1660 18' Oost was, dat omtrent eene halve
graad minder is dan zij op mijne kaart in de
yoorige reis getekend ftaat. Hij bevond, door
middel van drie verfchillende kompas - naalden,
dat de afwijking van de naald 13® 49' Oost en de
duikiog van de Zuid-pool 70° 5|'was. Hij be-
yond dat het bjj volle en nieuwe maanen hoog
water was ten iQu 57' «n dat het getij bij volle
»aan agt voeten rees en daalde en bij nieuwe
inaan vijf voeten en agt dujmen* Dit verfchil in
|aet rijzen yan 4© getijen bij nieuwe en volle maan.
is enigzints buitengemeen en wierd waarfchijnlijk
op deezen tijd vooregebragt door de eene of andere
toevallige oorzaak, als winden enz.; doch, dit
zij zoo het wil, ik ben wel verzeekerd dat ’er
geen misflag in de waameemingen was.
Onderfteld dat de lengte van de waarneem in g-
plaats zij als boven, dan zal de miswijzing van
&e ND als uurwerk in lengte i° 4 minus zijn
en yan dat van a rnold 39' 25". Het eerfte
wierd bevonden 6", 461 op een’ dag op den mid-
delbaaren tijd vooruit te loopen en het ander 99",
361 te vertraagen. Volgens deezen loop moeiten
wij ’er de lengte mede bepaalen tot ’er weder gé*-
legenheid kwam dezelve te beproeven.
Ik moet aanmerken dat wij, de Lengte nee*
mende met het uurwerk van k e n d a l , onderleiden
dat het volgens den middelbaaren tijd ge*
gaan had van de Kaap de Goede Hoop* Had men
deszelfs gang aan de Kaap vereffend, dan zou het
yerfchil zoo groot niet geweest zijn.