
 
        
         
		1823.  d ivisie,  die  door  den  dood  van  twee  Soldaten  en  de  wonden  van  vele  
 anderen  tot  minder  dan  de  helft  verzwakt  w a s ,  omtrent 1 0 0   schre-  
 den  voorwaarts,  terwijl  hij  de  tweede  daarachter  liet  oprukken. 
 Dit  alles  was  het  werk  van  weinige  oogenblikken.  De  Chinesche  
 benden  aan  de  andere  zijde  van  het  ravijn  hielden  zieh  s til,  en  de  
 luitenant-kolonel  gunde  aan  zijne  afgematte  troepen  onder  de  wape-  
 nen  eenige  ru s t,  terwijl  hij  hun  arak  en  eenen  nieuwen  voorraad  
 van  patronen  liet  uitdeelen.  De  hitte  was  onverdragelijk  en  de  zon,  
 die  den  heer  de  Stuers  op  de geschroeide  huid  brandde,  deed  hem  
 zooveel  lijd en ,  dat  hij  welligt  zou  bezweken  zijn  zonder  de  trouw  
 zijner  brave  Ambonezen,  die  beurtelings  met  het  mengsel  van  thee,  
 suiker  en  arak,  dat  zij  in  bamboezen  kokers  bij  zieh  droegen,  zijne  
 wonden kwamen bevochtigen.  De kapitein-Ghinees Sing-sang  ontraadde  
 hem dien dag verder voort te rukken;  maar de gebiedende noodzakelijk-  
 heid  om  eene  plaats  te bereiken  waar  de  soldaat  van  zijne  vermoeije-  
 nissen  konde  uitru sten ,  maakte  het  voortzetten van den  togt  onvermij*  
 delijk.  E r   waren  echter  daartoe  nog  twee  uren  af  te  leggen,  terwijl  
 men  längs  onderscheidene  bentings  moest  doordringen;  en  een  twin-  
 tigtal  zwaar gekwetsten  moesten  worden  achtergelaten.  Gelukkig  voor  
 dezen  stelde  zieh  de  teLoemar  aehtergebleven  post,  weldra  van  den  
 uitslag  verwittigd,  met  de  veroverde  benting  in  aanraking.  De  Soldaten  
 tot  geduld  en  volharding  aanmoedigende,  rukte  de  luitenant-  
 kolonel,  met  de  divisie  Ambonezen  voorop,  weder  voorwaarts.  De  
 Chinezen  trokken  op  hunne  nadering  naar  hunne  bentings  te ru g , 
 ‘  maar  boden,  volgens  hunne  gewoonte,  na  het  eerste  verlies  slechts  
 weinig  tegenstand.  In  een  oogenblik  waren  zij  u it  hunne  positien  
 verdreven,  en  de  luitenant-kolonel  liet  dadelijk  naar  Larah  Sin-ta-  
 kioe  marcheren,  vermoedende  dat  deze  plaats,  die  aan  de  tegenpartij  
 behoord  h a d ,  minder  dan  Larah  Tai-kong,  waarbij  een  groote  pas-  
 sar  was,  zou  worden  verdedigd;  terwijl  hare  ligging  nabij  Sibalouw,  
 vanwaar  eene  rivier  naar  Ledo  loopt,  groot  voordeel  voor  de  com*  
 municatien  opleverde.  Nadat  in  deze  rigting  een  goed  u u r  door  
 bosch  en  ravijnen  was  afgelegd,  ontdekte  de  luitenant-kolonel  we-  
 derom  eene  naakte  hoogte,  waarop eene  menigte  Chinezen,  door  eene  
 benting  gedekt,  geschaard  stonden.  Zoodra  onze  troepen  deboucheer-  
 den,  werden  zij  met  het  yuur  eeniger  zware  lilla’s  ontvangen.  Een  
 rav ijn ,  waardoor  een  riviertje  stroomde,  scheidde  de  onzen  van  
 den  vijand.  Ofschoon  de  vlonder  was  weggenomen,  had  de  luitenant  
 van  Brienen  met  zijn  peloton  de  moeijelijkheden  van  het  ravijn 
 schielijk  overwonnen  en  begon  hij  de  hoogte  al  tournerende  te  1823.  
 beklimmen.  De  overige  troepen  volgden  en  maakten  zieh  met  den  
 stormpas  van  de  hoogte  me e ste r;  de  Chinezen  ontbonden  z ie h ,  en  
 hnnne  meeste  wapenen  latende  Iiggen,  zöchten  zij  hun  heil  in  eene  
 overhaaste  vlugt.  Vier  vaandels,  twintig  lilla’s ,   eene  aanzienlijke  
 hoeveelheid  kruid  en  eene  menigte  pieken  werden  veroverd,  en  de  
 benting  werd  even  als  de  vorige  aan  de  vlammen  prijs  gegeven. 
 De  troepen  hadden  nog  een  marsch  van  f   uurs  voor  z ie h ,  aleer  
 zij  het  kongsie-huis  van  Larah  Sin-ta-kioe  konden  bereiken,  waar  
 zij  ru s t  en  verversching  hoopten  te  vinden;  wäre  hun  deze toevlugt  
 afgesneden,  zij  zouden,  te  midden  van  he t  vijandelijke  lan d ,  door  
 gebrek  en  vermoeijenis  zijn  bezweken.  Het  was  dus  van  het  hoogste  
 belang  te  voorkomen  dat  de  Chinezen  zieh  daarin  nestelden  of  het  
 met  den  voorhanden  voorraad  in  brand  staken.  De  luitenant-kolonel  
 joeg  daarom  de  derwaarts  aftrekkende  Chinezen  met  den  groot-  
 sten spoed  achterna,  en  volgde  hen  zoo  digt  op  de  h ie len ,  dat  hun  
 de  tijd   ontbrak  om  de  verdediging  te  beproeven,  en  z i j ,  toen  de  
 onzen  te  4  ure  het  kongsie-huis  aan  de  eene  zijde  in ru k te n ,  längs  
 de  andere  zijde  in  wanorde  vlugtt’en  en  zieh  in  h e t  gebergte  ver-  
 spreidden.  De  luitenant-kolonel  vond  de  plaats  sterk  genoeg  om  
 er  zieh  met  gerustheid  te  kunnen  vestigen.  De  Chinezen  hadden  
 een  grooten  voorraad  levensmiddelen  en  wapenen  achtergelaten,  en  
 de  gebouwen  boden  een  goede  gelegenheid  aan  voor  de  verpleging  
 der  talrijke  gekwetsten.  Door  de  zorgen  van  kapitein  Schneider  
 en  van  den  resident,  die  zieh  mede  naar  Loemar  begeven  had,'  
 werden  ook  de  aehtergebleven  gekwetsten  hierheen  gebragt.  Niet  
 minder  dan  8 0   onzer  dapperen  leden  aan  meer  of  min  ernstige  
 wonden,  en  he t  groot  aantal  zieken  hielp  nog  meer  de  besehikbare  
 strijdkrachten  verzwakken.  Gelukkig  had  een  panische  schrik  zieh  
 van  de  Chinezen  meester  gemaakt.  Toen  de  luitenant-kolonel  den  
 21sten  links  en  regts  patrouilles  u itzo n d ,  vonden  zij  Sibalouw  ver-  
 laten  en  verbrand  en  ook  Larah  Tai-kong  van  zijne  verdedigers  
 ontbloot,  die  in  overhaasting  naar  Montrado  gevlugt  waren.  Al  
 het  land  aan  deze  zijde  van  het  gebergte  dat  Larah  van  Montrado  
 scheidt,  was  door  de" Chinezen  o ntruimd,  en  zelfs  Sepang  hadden  
 zij  verlaten.  De  bentings  hier  en  ginds  door  hen  opgeworpen,  
 werden  door  de  patrouilles  vermeid,  en  wat  men  van  wapenen  en  
 levensmiddelen  vond  als  buit  medegevoerd.  Verscheidene  aan  hunne  
 wonden  overleden  Chinezen  vond  men  op  de  wegen  liggen.  Te