
 
        
         
		1819.  zou  van  deze  maatregelen  voor  als  nog  geen  voordeel  hebben  können  
 getrokken  worden,  daar  geen  Gouvernements-zout  te  Pontianak  
 voorhanden  was,  zoo  niet  als  overgangsmaatregel  was  bepaald,  dat  
 he t  zo u t,  hetwelk  zieh  nog  in  des  Sultans  pakhuizen  bevond,  en  
 ongeveer  2 0 0   kojangs  bedroeg,  te  beginnen  met  4 5   Februarij  reeds  
 voor  gemeenschappelijke  rekening  zou  verkocht  worden,  onder  dien  
 verstände,  dat  de  Sultan  f  80  per  kojang  als  inkoopsprijs  zou  in  
 rekening  brengen.  Het  Gouvernement  zou  dus  reeds  zeer  spoedig  
 u it  den  zouthandel  een  aanzienlijk  voordeel  trekken,  ofschoon  be-  
 rekend  werd  dat  het  wel  tot  de  maand  April  duren  z o u ,  aleer  Java-  
 zout  te  Pontianak  zou  zÿn  aangebragt.  Ten  gevolge  dezer  maatregelen  
 werd  de  civiele  gezaghebber  tot  de  oprigting  van  een  
 zoutpakhuis  voor  2 0 0   kojangs  en  de  aanstelling  daarbij  van  een  
 mandoor  en  tien  koelies  gemagtigd  1).  De  winsten  op  het  zout-  
 monopolie  te  behalen  werden  op  f   52,0 0 0   ’s ja a rs ,  waarvan  de  
 helft  ten  bate  van  het  Gouvernement,  geschat  2). 
 Om  het  middel  der  in-  en  uitgaande  regten  regelmatig  in  wer-  
 king  te  brengen,  stelde  de  Commissaris  bij  besluit  van  11  Januarij  
 eene  instructie  vast  voor  de  collecteurs,  die  ook  in  Mampawa  en  
 Sambas  zou  moeten  worden  opgevolgd,  en  waarvan  art.  7  het  tarief  
 bevatte,  naar  helwelk  de  regten  zouden  moeten  geïnd  worden.  Het  
 was  de  wensch  van  den  Commissaris  bij  het  bepalen  der  regten  
 groote  gematigdheid  in  acht  te  nemen  en  de  bevolking  zoo  wei-  
 nig  mogelijk  te  bemoeijelijken.  De  bandel  van  Pontianak  en  de  
 overige  établissementen  met  de  bovenlauden  werd  van  alle  in-  en  
 uitgaande  regten  vrijgesteld,  zoowel  om  de  moeijelijkheid  der  hef-  
 fing,  als  tot  voorkoming  van  knevelarij.  Ook  werd  bij  eene  af-  
 zonderlijke  aanschrijving  aan  de  residenten  bepaald  dat  op  den  
 in-  en  uitvoer  van  rijst  geene  lasten  zouden  gelegd  worden,  tenzij  
 die  minstens  bij  hoeveelheden  van  een  kwart  kojang  plaats  h a d ,  
 opdat  niet  de  arme  inlander,  wiens  gansche  rijkdom  in  een  met  
 moeite  gespaard  korfje  rijs t  bestond,  in  zijnen  kleinen  handel  zou  
 bemoeijelijkt  worden.  De  regeling  van  dit  middel  vorderde  tevens  
 den  opbouw  van  eene  collecteurs-woning  en  kantoor  aan  den  rivier-  
 oever,  en  de  aanstelling  van  een  mandoor  en  eenige  oppassers, 
 *)  Nahuys  HS.  I ,  bl.  7—10,  Overeenkomst met  den  Sultan  van  Pontianak  
 van  13  Januarij  1819  (HS.),  Besluiten  n°.  28  en  37  van  11  en  
 12  Januarij  (HS.). 
 *)  Nahuys  HS.  I ,  bl.  15. 
 waartoe  de  vereischte  magtiging  werd  gegeven  !).  Afgaande  op  de  1819.  
 uitkomsten  van  vroegere  ja ren ,  stelde  de  Commissaris  het  vertnoe-  
 delijk  bedrag  der  in-  en  uitgaande  regten  te  Pontianak,  de  anke-  
 ragie-gelden  daaronder  begrepen,  op  ongeveer  f 2 4 ,0 0 0 ,  of  /'1 2 ,0 0 0   
 voor  het  Gouvernement  2).  Tot  wering  van  den  sluikhandel  werd  
 door  den  Commissaris  aanbevolen,  het  stationneren  aan  de  rivier-  
 monden  van  pentjalangs  van  20   riemen,  met  een  paar  zesponders  
 op  den  voorsteven,  waarbij  hij  een  welgewapenden  schooner  wilde  
 gevoegd  zien  om  de  zeeroovers  ontzag  in  te  boezemen  en  de  com-  
 municatie  tusschen  Sambas,  Mampawa  en  Pontianak  open  en  le-  
 vendig  te  houden  3). 
 Een  derde  middel  van  inkomsten  moesten  de  verpachtingen  op- 
 *)  Nahuys  HS.  I ,   bl.  10—12,  Besluiten  n°.  3 2 ,  36  en  53  van  11,  
 12  en  16  Jan.  (HS.).  Zie  hier  het  tarief  der regten,  zooals  het  bij  eerstge-  
 meld  besluit  werd  vastgesteld. 
 Inkomende  regten. 
 Een  Chinesche  wankang  van  Canton  of Amoy  van  de  grootste  soort  betaalt  
 bij  aankomst  te Pontianak  2070 ropijen;  eene jonk van mindere  grootte  
 (een  to p   genaamd)  1270  ropijen;  een Siamesche jonk van  iniddelbare grootte  
 800  ropijen. 
 Een  kist  opium,  inhoudende  40  bollen,  betaalt  100  ropijen. 
 Een  pikol  tin,  tripang  of  ijzer,  2  ropijen. 
 Een  pikol  peper,  4  ropijen. 
 Een  pikol  gambier,  1  ropij. 
 Een  pikol  kapas^of  zeewier^- Vs  ropij. 
 Een  pikol  was ,  4  ropijen. 
 100  bossen  rotan  (aangebragt  van  plaatsen  nog  niet  onder  ’t Ned.  ge-  
 zag),  1  ropij. 
 Een  katti  witte vogelnestjes  (beste  soort),  2  ropijen. 
 Een  pikol  zwarte vogelnestjes,  20  ropijen. 
 Een  pikol  kajoe-gahroe,  30  ropijen.  - 
 Een  pikol  Salpeter,  2  ropijen. 
 Een  pikol  staal,  2  ropijen. 
 Kruidnagelen, notenmuskaat,  foelie, kaneel, 6 pCt. van de getaxeerde waarde.  
 Een  pikol  witte  suiker,  1  ropij. 
 Een  pikol  Javasche  suiker,  Vs  ropij. 
 Alle  Europesche goederen  zonder  onderscheid,  6  pCt.  van  de  waarde.  
 Javasche  kleedjes  en  lijnwaden,  4  pCt. 
 Katoenen  garens  van  Java,  4  pCt. 
 Katoenen  garens  van  elders  dan  Java,  8  pCt. 
 Van  alle  niet  afzonderlijk  genoemde  koopwaren,  6 pCt. 
 Uitgaande  regten. 
 Van  alle  koopmansgoederen,  6  pCt.  der  waarde. 
 Vrij  van  in-  en  uitgaande  regten  zijn  zout,  diamanten,  goud  en  zilver,  
 alsmede  goederen  die  binnen  de  drie  maanden  nadat  zij  zijn  aangebragt met  
 hetzelfde  schip  weder  vertrekken.  
 s)  Nahuys  HS.  I ,  bl.  14. 
 8 )  Nahuys  HS.  I ,  bl.  16—18.  -  /