
 
        
         
		1840.  krijg  d u u rd e ;  maar  dat  hij  bereid was Hassitn met de bemanning van  
 den  schooner  bij  te  staan  en  zijne  scharen  tegen  den  vijand  aan  
 te   voeren.  Hassim  was  zeer  verheugd  over  dit  voorstel,  dat  hij  
 gereedelijk  aannam,  en  Brooke,  ofschoon  door  de  Maleische  hoof-  
 den  tegengewerkt  of  in  den  steek  gelaten,  deed  in  drie  weken  meer  
 dan  tot  dusverre  in  vier  jaren  verrigt  was.  Terwijl  zijne  party  
 bezig  was  eene  benting  op  te  werpen,  deed  de  vijand  een  aanval.  
 De  verdedigers  begonnen  reeds  gebrek  aan  ammunitie  te  gevoelen  ,  
 toen Brooke,  ofschoon Makota hem terug trachtte te houden,  zieh,  door  
 zijne  1 4   Europeanen  en  een  jong  hoofd  der  Ilanons  gevolgd,  dwars  
 door  een  padi-veld  op  den  vijand  wierp,  en  hem  met  verlies  zijner  
 wapenen,  in  alle  rigtingen  deed  uiteen stuiven.  Deze ongewone stout-  
 moedigheid  joeg  schrik  in  het  h a rt  der  v ijan d en ,  die  terugtrokken  
 naarmate  hij  vooruitdrong  en  eindelijk  aanboden  te  onderhandelen.  
 Den  2 0 slen  December  gaven  zij  zieh  onvoorwaardelijk  over,  nadat  
 Brooke  hun  beloofd  had,  al  zijnen  invloed  bij  Hassim  tot  behoud  
 van  hun  leven  te  zullen  aanwenden,  en  h e n ,  totdat  deze  zijne  
 bevelen  zou  hebben  gegeven,  tegen  de  geweldenarijen  der  Maleijers  
 en  vooral  der  Chinezen,  voor wier wraak  zij  nog  altijd  zeer  bevreesd  
 w a ren ,  te  zullen  beschermen.  Hij  beval  de  muitelingen hunne forten  
 te  verbranden  en  hunne  wapenen  u it  te  leveren,  waaraan  dadelijk  
 voldaan  werd.  Met  veel  moeite  verwierf hij  van  Hassim  voor  alien  
 lijfshehoud,  ofschoon  de  voornaamste  muitelingen  hunne  vrouwen  
 en  kinderen  als  gijzelaars  moesten  overgeven.  De  bevolking  van  
 Siniawan  verliep  geheel,  daar  velen  naar  Serawak  verhuisden,  
 anderen,  na  hunne  huizen  te  hebben  omgehaald,  een  tijd  lang  in  
 booten  woonden  en  zieh  allengs  verstrooiden.  Petinggi  Gapoer  
 begaf zieh  naar  Sambas,  de  andere  hoofden  der  opstandelingen  zöchten  
 eene  schuilplaats  onder  de  Dajaks.  Het  leger  ging  weihaast u iteen  
 ;  de  Chinezen  verbrandden  wat  er  nog  van  Siniawan  was  overge-  
 bleven,  en  bouwden  in  de  nabijheid  een  dorp  om  zieh  te  vestigen  1). 
 1841.  De  onderhandelingen  over  den  afstand  van  Serawak  aan  den  heer  
 Brooke  werden  thans  hervat.  Hassim  scheen  met  belangstelling  
 naar  zijne  plannen  tot  verbetering  van  den  toestand  des  lands  te  
 lu iste ren ,  en  verklaarde  zieh  bereid  die  te  bevorderen,  mits  de  
 bestaande  wetten  en  gewoonten  geeerbiedigd  werden.  Hierop  stelde 
 *)  Keppel  D.,  I ,   p.  141—188,  207—210,  St.  John,  II,  p. 234—241,'  
 Brooke,  I ,  p.  93—95. 
 Hassim  aan  den  heer  Brooke  een  stuk  ter  h an d ,  waarin  hij  tot  1841.  
 zijne  verwondering  alleen  geschreven  vond  dat  hem  vergunning  
 werd verleend  zieh  te Serawak te vestigen  om er door den handel winst  
 te  doen.  Toen  hij  hierop  te  kennen  gaf  dat  dit  dokument  volstrekt  
 niets  beteekende,  antwoordde  Hassim  dat  dit  geenszins  de  bedoelde  
 akte  van  afstand  was,  maar  alleen  moest  dienen  om  door  den  Sultan  
 van  Broenei  gelezen  te  worden  ten  einde  hem  op  verdere  maat-  
 regelen  voor te bereiden)  Brooke,  de  onmogelijkheid  inziende om voor  
 het  oogenblik  meer  te  verkrijgen,  berustte  in  de  verklaring  en  nam  
 op  zieh  een  schip  te  Singapoera  te  gaan  koopen,  om  geregeld  tus-  
 schen  die  plaats  en  Serawak  te  handelen.  Hassim  beloofde  inmiddels  
 een  huis  voor  hem  te  Serawak  te  bouwen  en  eene  aanzienlijke  hoe-  
 veelheid  antimonium-erts  bijeen  te  brengen.  Toen  Brooke  na  drie  
 maanden  terugkeerde,  was  zijne  eerste  teleurstelling  dat  met  het  
 huis  zelfs  nog  geen  begin  was  gemaakt;  zijne  tweede  dat  het  
 antimonium-erts  niet  kwam  opdagen,  ofschoon  Makota,  kort  te  
 v o ren ,  in  6  weken  tijds  2   schepen  en  3  inlandsche  vaartuigen  
 daarmede  geladen  h ad ;  de  derde  d a t,  toen  de  lading  van  den  
 te   Singapoera  gekochten  schooner  op  verzoek  van  Hassim  was  
 aan  wal  gebragt  en  afgeleverd,  de  betaling  en  zelfs  elke  waar-  
 borg  voor  betaling  achterwege  bleef.  Hassim,  die  door  de  overwin-  
 ning  op  de  rebellen  en  de  ontvangst  der  lading  van  den  schooner ,  
 alles  erlangd  had  wat  hij  van  Brooke  had  kunnen  wenschen,  bleef,  
 wel  is  waar,  den  schijn  van  vriendschap  omtrent  hem  bewaren,  
 maar  toonde  door  zijne  handelingen,  hoe  onverschillig  het  hem  was  
 of  den  vreemdeling  al  dan  niet  regt  wedervoer;  en  Makota  spaarde  
 geene  listen  om  hem  te  dwarsboomen  en  te  nopen  het  land  weder  
 te  verlaten.  Brooke  bleef  bedaard  op  de  vervulling  der  hem  gedane  
 beloften  aandringen,  en  verkreeg  ten  laatste  dat  hem  eene  woning  
 verschaff  en  een  deel  van  het  beloofde  antimonium-erts  geleverd  
 werd.  Daarentegen  wendde  hij  vergeefsche  pogingeu  aan  om  de  
 vrijstelling  te  verwerven  van  de  vrouwen  en  kinderen  die  door  de  
 opstandelingen  tot  gijzelaars  gegeven  waren,  en  zag  hij  met  verba-  
 zing  d a t,  in   wegrwil  der  plegtigste  verzekering  dat  alle  roovenj  
 voortaan  zou  geweerd  worden,  eene  vloot  van  Zee-Dajaks,  waar  y  
 zieh  ook  drie  vaartuigen  van  de Dajak-Malo  bevonden,  van  de  hoot,  
 den  van  Serawak  verlof  kreeg  om  de  rivier  op  te  varen,  ten  einde  
 het  gebied  van  een  vijandigen  stam  op  de  grenzen  van  Sambas  at  
 te  loopen.  Die  toestemming,  ongetwijfeld  met  de  belofte  van  een